Deze vier hoeken vind je ook op het werkblad.
Zet bij elke hoek of hij scherp, stomp, recht, gestrekt of overstrekt is.
Meet hoe groot de hoeken zijn in graden nauwkeurig.
Teken de hoeken , , .
Teken op het werkblad in deze twee hoeken een deellijn en schrijf in je figuur hoe groot de beide delen van de hoek zijn.
Beredeneer de grootte van als .
De hoeken en vormen samen een gestrekte hoek en is vier keer zo groot als .
Beredeneer de grootte van .
Teken de volgende driehoeken.
met , en cm.
met , en cm.
Bereken de exacte hoek die de wijzers van de klok met elkaar maken als het vijf voor half drie is.