Kijkmeetkunde > Kijkhoeken
123456Kijkhoeken

Verkennen

Opgave V1

Sarah zit aan haar bureau in haar kamertje. Ze kijkt naar buiten, de tuin in. Deze figuur staat ook op het werkblad.

a

Teken de kijklijnen waarmee je aangeeft welk deel van de tuin ze kan zien.

b

Hoe groot is de hoek die beide kijklijnen met elkaar maken?

Sarah leunt over haar bureau naar voren om haar gezicht dichter bij het raam te brengen.

c

Wordt de hoek bedoeld in b nu kleiner of groter?

Sarah heeft een kat die vaak in de tuin is. Katten houden niet van water.

d

Vanaf welke plaats kan deze kat het vogelhuisje het beste zien? Waarom?

verder | terug