Symmetrie > Puntsymmetrie
123456Puntsymmetrie

Verwerken

Opgave 10

Je ziet een aantal logo's. Ze staan ook op het werkblad.

Teken in de puntsymmetrische logo's het centrum van symmetrie.

Opgave 11

Je ziet de helft van een puntsymmetrische figuur. `C` is het symmetriecentrum. Maak de figuur op het werkblad compleet.

Opgave 12

Je ziet in het assenstelsel vierhoek `A B C D` . Teken zelf de figuur in een groter assenstelsel.

a

Vierhoek `A B C D` wordt gespiegeld in de oorsprong van het assenstelsel. Teken het spiegelbeeld `A' B' C' D'` en schrijf de coördinaten van de beeldpunten op.

b

Vierhoek `A B C D` wordt gespiegeld in punt `P ( 3, 3 )` . Teken het spiegelbeeld `A'' B'' C'' D''` en schrijf de coördinaten van de beeldpunten op.

Opgave 13

Teken in een assenstelsel de punten `A(text(-)3, 2)` , `B(4, 0)` en `C(2, 5)` . Je gaat nu `Delta ABC` spiegelen. Het beeld van `Delta ABC` noem je `Delta A'B'C'` . Schrijf de coördinaten van `A'` , `B'` en `C'` op.

a

Spiegel `Delta ABC` in de oorsprong `O` van het assenstelsel.

b

Spiegel `Delta ABC` in punt `P(0, 2)` .

c

Spiegel `Delta ABC` in punt `B` .

Opgave 14

Gegeven zijn de roosterpunten `A (text(-)2, 2 )` , `B ( 4, 4 )` , `C ( text(-)3, 5 )` , `A' ( 2, 0 )` en `B' ( text(-)4, text(-)2 )` . Verder is `Delta A' B' C'` het spiegelbeeld van `Delta A B C` bij spiegelen in punt `P` .

a

Teken beide driehoeken en punt `P` .

b

Schrijf de coördinaten van `C'` op.

Opgave 15

Welke coördinaten heeft het beeldpunt van een willekeurig punt `A(a, b)` bij puntspiegeling in:

a

het punt `P(0, 1 )` ;

b

het punt `Q(3, 4 )` ;

c

het punt `Q(text(-)3, 4 )` .

verder | terug