Kijkmeetkunde > Aanzichten
123456Aanzichten

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Een prisma met een vijfhoek (de voorkant van de nestkast) als grondvlak.

b

De nestkast heeft een vierkant grondvlak van ongeveer 12 cm bij 12 cm. De grootste hoogte gemeten in het midden van de voorkant is ongeveer 24 cm (tot de onderkant van het dak) en de zijwanden zijn ongeveer 18 cm hoog.

Maak je tekeningen op schaal 1 : 4 . Zie de figuur bij b.

c

Zie figuur.

d

Het dak bestaat uit twee rechthoeken waarvan de éne iets groter is dan de andere vanwege de dikte van het hout. De afmetingen van beide rechthoeken moeten groter zijn dan 12 bij 9 cm.

Opgave 1
a

Doen, het moet er zo uit komen te zien als in de uitleg, maar nu op de juiste schaal.

b

Achteraanzicht, onderaanzicht en linker zijaanzicht.

Opgave 2
a

Zie figuur.

b

Zie figuur.

c

Ongeveer 20 × 20 + 20 × 30 + 20 × 35 + 2 × 20 × 32,5 + 20 × 22,6 = 3452 cm2.

d

20 × 20 × 32,5 = 13.000 cm3, dat is 13 liter. Best een groot vogelhokje...

Opgave 3

Doen.

Opgave 4

Doen.

Opgave 5

Doen.

Opgave 6

Zie figuur.

Opgave 7
a

Verricht metingen in de aanzichten. Zie figuur.

b

Elk zijaanzicht is ongeveer de helft van een rechthoek van 40 bij 14 cm. De oppervlakte van de uitslag is 40 × 15 + 39 × 15 + 40 × 14 + 22,5 × 18 = 2150 cm2.

c

De inhoud is de helft van de inhoud van een balk van 40 bij 14,25 bij 15 cm. Dus de inhoud is 4275 cm3.

Opgave 8
a

Zie figuur.

b

Je meet de onbekende zijden van de driehoeken in de aanzichten, die zijn ongeveer 6,2 cm en 6,3 cm. Daarmee kun je de driehoeken in de uitslag tekenen.

c

Ongeveer 4 × 3 + 3 × 6,2 + 4 × 6,3 = 55,8 cm2.

Opgave 9

Meet de afmetingen van een deur in de figuur om de schaal van de tekening te bepalen.
Het dak bestaat uit twee rechthoeken van 10 m bij ongeveer 6,9 m.

Opgave 10
a

Maximaal 20.

b

Minimaal 6.

c

Doen.

Opgave 11

Doen.

Opgave 12

Denk aan een tube met een ronde bovenkant (de dop) en een rechte onderkant zoals een tube tandpasta. Alleen is deze "tube" dan even hoog als breed.

Opgave 13
a

Zie figuur.

b

Zie figuur. Verricht eerst in de aanzichten de noodzakelijke metingen, zoals de zijden van de driehoeken.

c

Elke driehoek van de uitslag kun je (doormidden) in twee halve rechthoeken knippen. De oppervlakte van de vier gelijke driehoeken is dan ongeveer 0,7 × 1,65 1,66 m2.
De totale oppervlakte is 6 + 2 × 2 × 1,8 + 4 × 1,66 = 19,84 m2.

Opgave 14
a

Zie figuur.

b

3825 cm2 als je er vanuit gaat dat de voorkant voor de helft dicht zit.

c

25 × 15 × 35 = 13125 cm2.

Opgave 15

Doen.
Stapel A: 8 kubussen.
Stapel B: 9 kubussen.

Opgave 16

Maximaal 25 kubussen en minimaal 17 kubussen

Opgave 17
a

Er zijn 27 kubusjes, dus de somakubus wordt 3 bij 3 bij 3.

b

Zie figuur.

Opgave 18Aanzichten in de architectuur
Aanzichten in de architectuur
a

Omdat je nu niet kunt zien hoe de achterkant en de linkerzijkant van het gebouw er uit zien.

b

Doen.

c

Maak er wat moois van. Let er op dat hij moet aansluiten bij de andere aanzichten.

Opgave 19Inpakprobleem van Conway
Inpakprobleem van Conway

Soort A: 6 stuks
Soort B: 6 stuks
Soort C: 5 stuks

verder | terug