Symmetrie > Vierhoeken
123456Vierhoeken

Voorbeeld 1

Je ziet rechthoek `A B C D` . Er zijn twee diagonalen, namelijk `A C` en `B D` die elkaar snijden in `S` .

De kenmerkende eigenschappen zijn:

  • Vier rechte hoeken.

  • De vierhoek is puntsymmetrisch met centrum `S` en lijnsymmetrisch ten opzichte van lijnen door het midden van en loodrecht op de zijden.

  • De zijden tegenover elkaar zijn gelijk en evenwijdig.

  • De diagonalen delen elkaar doormidden en zijn even lang.

Maak je alle vier de zijden gelijk, dan krijg je een vierkant. Een vierkant is ook lijnsymmetrisch ten opzichte van de diagonalen.

Opgave 3

Bekijk de rechthoek in de applet in Voorbeeld 1.

a

Welke twee punten kun je vrij bewegen? En waarom kun je de andere twee niet vrij bewegen?

b

Hoe volgt uit de symmetrie dat de diagonalen even lang zijn en elkaar middendoor delen?

c

Hoe maak je in de applet van rechthoek `A B C D` een vierkant?

Opgave 4

Hoeveel gegevens heb je nodig om een rechthoek te tekenen? Geef een voorbeeld.

verder | terug