Je ziet hier vijf vierhoeken met de gebruikelijke tekens voor gelijke zijden en rechte hoeken.
Welke van deze vierhoeken zijn lijnsymmetrisch? Teken op het werkblad de symmetrieassen.
Welke van deze vierhoeken zijn puntsymmetrisch? Teken telkens het symmetriecentrum in de vierhoek.
Welke van deze vierhoeken zijn draaisymmetrisch? En wat is dan de kleinste draaihoek?
Bekijk de afgebeelde vierhoeken in
Bekijk vierhoek II. Welke gelijke hoeken heeft deze vierhoek? Geef ze aan op het werkblad.
Bekijk vierhoek IV. Welke gelijke hoeken heeft deze vierhoek? Geef ze aan op het werkblad.
Bekijk vierhoek V. Welke gelijke hoeken heeft deze driehoek? Geef ze aan op het werkblad.