Symmetrie > Lijnsymmetrie
123456Lijnsymmetrie

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Doen, zie figuur.

b

Doen.

c

Die zijn elkaars spiegelbeeld.

d

Ja.

e

Ook die zijn altijd elkaars spiegelbeeld.

Opgave V2
a

De linkerfoto is ook een echte foto van een persoon. De andere twee zijn gemaakt door een helft van de foto te spiegelen en beide delen dan aan elkaar te leggen. Veel fotobewerkingsprogramma's kunnen dat wel voor je.

b

Omdat zelfs een ogenschijnlijk regelmatig gezicht toch niet precies een gelijke linker- en rechterhelft heeft.

c

Dat is een leuke sport...
Wie maakt het mooiste (of bijzonderste) resultaat?

Opgave 1
a

Zie figuur.

b

De d en zijn spiegelbeeld hebben een verschillende kleur. Die kleur moet je gelijk maken en dan krijg je ook een lijnsymmetrisch logo.

c

Als je een (vlak) spiegeltje op de symmetrieas zet en je kijkt er in, dan moet je het complete logo zien.

Opgave 2

Zie figuur.

Opgave 3
a

Maak eventueel zelf telkens een tekening.
`A'(-3,-2)` , `B'(-5,0)` en `C'(-1,4)` .

b

`A'(1,-2)` , `B'(-1,0)` en `C'(3,4)` .

c

`A'(3,2)` , `B'(5,0)` en `C'(1,-4)` .

Opgave 4
a

Omdat punt `H` het beeld van `A` is, enzovoorts.

b

De lijn door `(0;1,5)` en `(10;1,5)` .

c

Nee, niet bij lijnspiegeling.

Opgave 5
a

Zie figuur.

b

Eigen antwoord.

Opgave 7

Eigen antwoord. Laat je figuur controleren.

Opgave 9

A ( -2 , 3 ) , B ( 0 , 5 ) en C ( 3 , 1 ) .

Opgave 8
a

De y-as.

b

A ( -3 , 2 ) en A ( -1,5 ; -1 )

c

A ( a , b )

d

De roosterlijn door o.a. ( 2 , 0 ) en ( 2 , 5 ) .

e

A ( 1 , 2 ) en A ( 2,5 ; -1 )

f

A ( 4 a , b )

g

Doen.

Opgave 9
a

A ( 3 , -2 ) en B ( 1,5 ; 1 )

b

A ( a , b )

c

A ( 3 , 4 ) en A ( 1,5 ; 7 )

d

A ( a , 6 b )

e

Doen.

Opgave 10

Zie figuur.

Opgave 11

Zie figuur.

Opgave 12
a

De beeldpunten zijn A ( -2 , -2 ) , B ( -4 , 2 ) , C ( -2 , 3 ) en D ( 0 , 2 ) . Zie figuur bij b.

b

De beeldpunten zijn A ( 2 , 2 ) , B ( 4 , -2 ) , C ( 2 , -3 ) en D ( 0 , -2 ) . Zie figuur.

Opgave 13
a

Doen. De spiegellijn gaat door ( 0 , 1 ) en ( 1 , 3 ) .

b

C ( 5 , 1 ) .

Opgave 14
a

A ( a , b ) .

b

A ( a , 4 b ) .

c

A ( b , a ) .

Opgave 15Cirkel door drie punten
Cirkel door drie punten
a

Doen, zie constructie.

b

Als je twee punten op een cirkel tekent heb je altijd een symmetrische figuur waarvan de symmetrieas de middelloodlijn van die twee punten is. Op deze symmetrieas ligt ook altijd het middelpunt van de cirkel. Teken je dus twee van die middelloodlijnen en hebben ze een snijpunt, dan is dat het middelpunt van de cirkel.

c

Nee, de punten mogen niet op één lijn liggen.

d

Neem drie punten op de rand die niet op één lijn liggen. Teken vervolgens met behulp van twee middelloodlijnen de cirkel door die drie punten.

Opgave 16Symmetrie in de natuur
Symmetrie in de natuur

Maak een mooie verzameling en geef de symmetrieassen aan.

verder | terug