Symmetrie > Puntsymmetrie
123456Puntsymmetrie

Uitleg

Hier wordt een puntsymmetrische figuur gemaakt door de punten A , B en C te spiegelen in punt P .
A , B en C zijn originelen.

A 1 is het beeld van A , B 1 is het beeld van B en C 1 is het beeld van C .
Beeldpunt A 1 wordt zo getekend dat het evenver van het centrum P af ligt als punt A . Punt P is het midden van lijnstuk A A 1 .

Opgave 3

In een assenstelsel staan de punten `A(3,-2)` , `B(5,0)` en `C(1,4)` . Je gaat nu `Delta ABC` spiegelen. Het beeld van `Delta ABC` noem je `Delta A'B'C'` . Schrijf steeds de coördinaten van `A'` , `B'` en `C'` op.

a

Spiegel `Delta ABC` in de oorsprong `O` van het assenstelsel.

b

Spiegel `Delta ABC` in punt `P(3,2)` .

c

Spiegel `Delta ABC` in punt `B` .

Opgave 4

Teken in een assenstelsel de punten `A(1,2)` , `B(3,2)` , `C(4,4)` , `D(1,5)` , `E(1,-2)` , `F(1,1)` , `G(-1,1)` en `H(-2,-1)` . Vierhoek `ABCD` heeft als spiegelbeeld vierhoek `FGHE` .

a

Waarom wordt het spiegelbeeld vierhoek `FGHE` genoemd en niet vierhoek `EFGH` ?
Leg de volgorde van de hoofdletters uit.

b

Teken het symmetriecentrum. Welk punt is dit?

c

Als je vierhoek `ABCD` spiegelt in `P(2,3)` , krijg je een vierhoek `KLMN` . Schrijf de coördinaten van de hoekpunten van `KLMN` op.

verder | terug