Symmetrie > Driehoeken
123456Driehoeken

Verwerken

Opgave 9

Hier zie je vier driehoeken. Er is in aangegeven welke lijnstukken gelijk zijn.

Bereken alle hoeken in deze driehoeken die niet zijn gegeven.

Opgave 10

Deze figuur bestaat uit drie driehoeken. Er is in aangegeven welke lijnstukken gelijk zijn.

a

Welke driehoek is gelijkbenig, welke rechthoekig en welke gelijkzijdig?

b

A B C lijkt een gestrekte hoek. Is dat ook zo?

Opgave 11

Deze boekenkast heeft voor de stevigheid twee even lange stangen aan de achterkant die in het midden aan elkaar vastzitten. A = 37 °

Bereken de twee verschillende hoeken die beide stangen met elkaar maken.

Opgave 12

Deze vlieger is lijnsymmetrisch.

Bereken de hoeken waar een vraagteken in staat.

Opgave 13

In elke driehoek A B C met A C = B C is de lijn die door het midden M van A B gaat en daar loodrecht op staat de bissectrice van C .

Beredeneer waarom dit zo is.

verder | terug