Symmetrie > Driehoeken
123456Driehoeken

Voorbeeld 1

Hier zie je een rechthoekige driehoek A B C .
De twee zijden die op de benen van de rechte hoek liggen heten de rechthoekszijden. De langste zijde heet de hypothenusa. Elke rechthoekige driehoek is de helft van een rechthoek.
De kenmerkende eigenschappen zijn:

  • er precies één rechte hoek;

  • de twee scherpe hoeken zijn samen 90 ° ;

  • de oppervlakte is gelijk aan die van de helft van de oppervlakte van de rechthoek op de rechthoekszijden.

Opgave 3

Bekijk de rechthoekige driehoek in Voorbeeld 1 nog eens.

a

Verplaats de punten B en C tot C = 70 ° . Leg nu uit hoe je de grootte van B kunt uitrekenen.

b

Verplaats de punten B en C tot A C = 3 en B C = 6 . Hoeveel bedraagt nu de oppervlakte van de driehoek?

Opgave 4

Teken een rechthoekige driehoek met een hypothenusa van 6,5 cm en een rechthoekszijde van 6 cm.

verder | terug