Formules voor omtrek en oppervlakte > Oppervlakteformules
1234567Oppervlakteformules

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

4 × 9 = 36 cm2.

b

Precies de helft van de oppervlakte van de rechthoek, dus 18 cm2.

c

Ze staan op een cm-rooster en de hoekpunten zijn roosterpunten.

Opgave V2
a

Omdat hij niet op een rooster staat (waarvan je aanneemt dat de roosterlijnen loodrecht op elkaar staan).

b

Het is precies de helft van de oppervlakte van een rechthoek met zijden van 8,94 bij 4,15 cm. De oppervlakte is daarom 1 2 × 8,94 × 4,15 = 18,5505 cm2.

c

Noem de rechthoekszijden l (lengte) en b (breedte), dan krijg je voor de oppervlakte 1 2 l b .

Opgave 1
a

Omdat hun hoekpunten geen roosterpunten zijn. Je kunt dus niet "hokjes tellen" .

b

Figuur I: 3,0 × 5,1 = 15,3 cm2.
Figuur II: 2,3 × 4,6 = 10,58 cm2.
Figuur III: 2,82 2 = 7,9524 cm2.
Figuur IV: 1 2 × 3,2 × 6,4 = 10,24 cm2.

c

omtrek ( rechthoek ) = 2 l + 2 b als l de lengte en b de breedte van de rechthoek zijn.

d

Figuur I: 2 × 3,0 + 2 × 5,1 = 16,2 cm.
Figuur II: 2 × 2,3 + 2 × 4,6 = 13,8 cm.
Figuur III: 2 × 2,82 + 2 × 2,82 = 11,28 cm.

e

Je tekent de figuur op ware grootte met behulp van de rechte hoek en de twee rechthoekszijden. De zijde die je nog niet weet kun je vervolgens opmeten. Daarna tel je alle drie de lengtes van de zijden bij elkaar op.

Opgave 2
a

4,7 2 = 22,09 mm2.

b

z 2 = 15 geeft z = 15 3,87 mm. Dus ongeveer 3,9 mm.

c

omtrek ( vierkant ) = 4 z

Opgave 3
a

Je kunt de rechthoek nog weer verdelen in halve rechthoeken, maar verder is er nauwelijks een andere verdeling van de figuur mogelijk.

b

Je maakt er een rechthoek van 2,3 bij 1,3 omheen en daar trek je drie halve rechthoeken af. De oppervlakte wordt 2,3 1,3 1 2 1,3 1,3 1 2 0,3 0,4 1 2 0,3 0,9 = 1,95 m2.

Opgave 4

Je ziet hier een mogelijke verdeling in (halve) rechthoeken. (Maar je kunt er ook een rechthoek omheen maken en daar halve rechthoeken van af trekken.)
De oppervlakte wordt 1,83 m2.

Opgave 5

Ook nu is een verdeling van de figuur zelf in (halve) rechthoeken niet mogelijk. Maar je kunt er een rechthoek omheen maken en daar hele en halve rechthoeken van af trekken.
De oppervlakte wordt 1,39 m2.

Opgave 6
a

Doen, verdeel de figuur in (halve) rechthoeken.

b

Benader 17 met behulp van je rekenmachine.

c

Doen.

Opgave 7
a

De zijde is dan z = 35 en de omtrek is P = 4 35 .

b

P = 4 35 23.66 .

c

P = 4 A .

Opgave 8
a

De A heeft een oppervlakte van 31,25 roosterhokjes, dus van 781,25 mm2.
De L heeft ook een oppervlakte van 30 roosterhokjes, dus van 750 mm2.

b

De zijden van de L liggen op roosterlijnen en de hoekpunten zijn roosterpunten. Bij de A is beide niet het geval. De omtrek van de L is 34 roostereenheden, dus 170 mm.

Opgave 9

Figuur I: 1 2 25 25 1 2 5 25 = 250 .
Figuur II: 15 30 2 1 2 15 25 = 75 .
Figuur III: 1 2 16 16 + 1 2 5 6 = 143 .
Figuur IV: 16 10 2 1 2 8 10 6 2 2 1 2 1 2 2 1 2 2 3 = 60 .
Figuur V: 12 12 2 1 2 2 12 2 1 2 4 4 = 104 .
Figuur VI: 8.5 12 1 2 8,5 10 1 2 8,5 8 = 25,5 .

Opgave 10

Elke zijde van het schilderij is 1,44 = 1,2 m lang. Als de lijst er omheen zit, dan wordt dat 1,4 m voor elke zijde. De oppervlakte is dan 1,4 2 = 1,96 m2.

Opgave 11

De ruit bestaat uit vier halve rechthoeken met lengte 1 2 p en breedte 1 2 q . De oppervlakte van de ruit is daarom A = 4 1 2 1 2 p 1 2 q = 1 2 p q .

Opgave 12

Je kunt het grasveld verdelen in een rechthoek van 5 m bij 10 m en een rechthoekige driehoek waarvan je één zijde weet, namelijk 10 m. Je wilt de andere zijde x berekenen, dan kun je de lengte van de hele beukenhaag bepalen.

De totale oppervlakte is 1,2 dam2 = 120 m2.
De oppervlakte van de rechthoek is 5 10 = 50 m2.
Voor de oppervlakte van de rechthoekige driehoek blijft 70 m2 over.

Dus is 1 2 x 5 = 70 .

Hieruit volgt dat x = 14 m.
De beukenhaag is daarom 34 m lang.

Opgave 13Draadmodel van een kubus en een balk
Draadmodel van een kubus en een balk
a

4 10,2 + 4 5,4 + 4 5,8 = 85,6 cm draad.

b

2 10,2 5,4 + 2 10,2 5,8 + 2 5,4 5,8 = 291,12 dm2 karton.

c

12 6,1 = 73,2 dm draad en 6 6,1 2 = 223,26 dm2 karton.

Opgave 14Oppervlakte van een rechthoekig prisma
Oppervlakte van een rechthoekig prisma

Maak eventueel eerst een tekening van het prisma.

De totale oppervlakte is 2 1 2 12 5 + 5 10 + 12 10 + 13 10 = 360 cm2.

verder | terug