Formules omtrek en oppervlakte > Oppervlakte van driehoeken
1234567Oppervlakte van driehoeken

Verwerken

Opgave 11

Bekijk de twee driehoeken.

Bereken van beide driehoeken de oppervlakte.

Opgave 12

In een assenstelsel zijn de punten `A(0 , text(-)2 )` , `B(3 , text(-)2 )` , `C(2 , 2 )` en `D(text(-)2 , 4 )` gegeven.

a

Bereken de oppervlakte van `DeltaABC` .

b

Bereken de oppervlakte van `DeltaABD` .

c

Bereken de oppervlakte van `DeltaACD` .

Opgave 13

De figuur bestaat uit twee driehoeken. De zijden aan de onder- en de bovenkant van de figuur lopen evenwijdig aan elkaar. De afstandslijnen staan loodrecht op elkaar.

Bereken de oppervlakte van de totale figuur.

Opgave 14

Van een groot driehoekig kleed zijn de zijden `310` cm, `200` cm en `180` cm.

a

Teken dit kleed op schaal `1 : 50` .

b

Bepaal door meten in de figuur en omrekenen de werkelijke hoogte op de langste zijde. Rond af op gehele centimeters.

c

Bereken de oppervlakte van dit driehoekige kleed.

d

Je kunt ook een andere hoogte opmeten en daarmee de oppervlakte van het driehoekige kleed bepalen. Laat zien dat je dan ongeveer hetzelfde antwoord vindt.

Opgave 15

Bereken de lengte van zijde `BC` van de rechthoekige driehoek `ABC` .

Opgave 16

Teken een `DeltaABC` waarvoor geldt: `AB=5` cm, `BC=7,5` cm, `angle B` is een stompe hoek en `opp(DeltaABC)=11,25` cm2.

verder | terug