Bijvoorbeeld van . Of van .
De stelling van Pythagoras in geeft: en dus is .
Alle zijvlaksdiagonalen zijn even lang, dus
Bijvoorbeeld van . Of van . Maar ook van en .
De stelling van Pythagoras in geeft: en dus is .
In , de rechte hoek is .
In , de rechte hoek is .
Doen, je berekent eerst de lengte van . Als het goed is vind je voor deze lichaamsdiagonaal dezelfde lengte als die van
geeft cm.
Zijn route is een rechte lijn van naar op de uitslag van de balk.
geeft cm.
Zijn route is een rechte lijn van naar dwars door de balk, dus een lichaamsdiagonaal.
geeft cm. En dan is dus cm.
Zeker langer dan de langste afmeting van het pakje. Maar het moet er ook schuin inpassen...
Je berekent dus de lengte van een lichaamsdiagonaal.
Voor de diagonaal van het grondvlak geldt .
Voor de lichaamsdiagonaal geldt dus zodat cm.
Het rietje moet minstens mm lang zijn.
In met als rechte hoek .
Begin met het vierkante grondvlak van bij cm. En zet dan loodrecht op het midden van elke zijde van dit grondvlak de lengte van uit. Je kunt nu de vier opstaande gelijkbenige driehoeken afmaken.
, dus .
En daaruit volgt: en dus cm.
Begin met het vierkante grondvlak van bij cm. En cirkel dan vanuit elk hoekpunt van dit grondvlak de lengte van een opstaande ribbe uit. Je kunt nu de vier opstaande gelijkbenige driehoeken afmaken.
Eerst .
Dan .
Eerst reken je de lengte uit van een diagonaal van de bodem van het bakje: cm.
De diagonaal in het grondvlak recht onder het rietje, het rietje zelf en het onderste
stuk van de opstaande ribbe waar het rietje tegen aan ligt, vormen een rechthoekige driehoek.
Daarin is . En dus is de gevraagde hoogte cm. Ongeveer 9 cm dus, veel nauwkeuriger antwoorden hebben niet veel zin.
Knap als je er zelf bent uitgekomen met een correcte berekening. Tekenen en meten kan natuurlijk altijd, maar het gaat om het vinden van een goede berekening.
volgt uit de stelling van Pythagoras in .
Verder is . En dus volgt uit de stelling van Pythagoras in .
Haakjes uitwerken geeft , zodat en .
geeft .
De beide benen hebben een lengte van cm.
De hoogte wordt dan cm.
En dus is de oppervlakte cm2.
Parallellogram heeft een hoogte van en dus is de oppervlakte .
Vlieger bestaat uit twee gelijke driehoeken, beide met basis en hoogte . Het snijpunt van en noem je , dan is en . De oppervlakte van de vlieger is dus .
Trapezium kun je verdelen in een rechthoek van bij en twee halve rechthoeken. Van de halve rechthoek zijn de rechthoekszijden en . Van de halve rechthoek zijn de rechthoekszijden en . De oppervlakte van het trapezium is dus .
m.
De oppervlakte van het vooraanzicht is m2. De oppervlakte van de rechthoek is m2. Dus is van de m2 niet voor het verkeer bestemd. Dat is ongeveer %.
:
Eerst bereken je met behulp van de stelling van Pythagoras en . De oppervlakte is dus en de omtrek is .
:
Eerst bereken je met behulp van de stelling van Pythagoras en . De oppervlakte is dus en de omtrek is .
Pijlpuntvlieger :
Eerst bereken je met behulp van de stelling van Pythagoras en . De oppervlakte is dus en de omtrek is .
Cirkel min vierkant:
Eerst bereken je met behulp van de stelling van Pythagoras de diameter van de cirkel. Je vindt . De oppervlakte is dus en de omtrek is .
geeft .
Gebruik de stelling van Pythagoras: . Dit levert op en dus .
Het deel van het rietje binnen het glas is de hypothenusa van een rechthoekige driehoek
met rechthoekszijden van cm en cm. De lengte van dit deel van het rietje is dus cm.
Er steekt dus nog cm van het rietje buiten het glas.
De vloer is een vierkant met zijden van m. Dan is . En dus is de gevraagde hoogte m.
Bereken eerst een diagonaal van de vloer van de lift en daarmee de lichaamsdiagonaal. Je vindt ongeveer m.
Ja, dat kan omdat de linker en rechter zijvlaksdiagonalen zijn.
Bereken alle drie de zijden van de driehoek en controleer of de stelling van Pythagoras klopt. Nu is en . En dan klopt de stelling van Pythagoras en is deze driehoek inderdaad rechthoekig.
Stel .
Dan is .
Even Pythagoras opgraven: .
Dit geeft en dus .
Punt zit m boven de grond.
Omdat er twee gelijke hoeken zijn.
geeft cm.
Je kunt ook de halve geodriehoek als gelijkbenige rechthoekige driehoek zien. Die
is dan bij bij en ook dat is ongeveer cm.
Als je twee van deze driehoeken met de langste rechthoekszijde tegen elkaar legt, krijg je een gelijkzijdige driehoek. De kortste rechthoekszijde is dan de helft van een zijde van die gelijkzijdige driehoek. Als die kotste rechthoekszijde lengte heeft, heeft de gelijkzijdige driehoek zijden met lengte .
.
De hypothenusa is dan cm en de langste rechthoekszijde is cm.
De diameter is ongeveer , dus de straal is ongeveer km.
Maak een schets waarin je de Aarde als cirkel voorstelt met een straal van km. De tunnel van km wordt een rechte lijn die twee punten en op het aardoppervlak verbindt. De straal van de Aarde teken je nu vanuit het middelpunt naar en naar . Ook teken je die straal vanuit door het midden van . Je kunt dan berekenen: km. Dus zou de tunnel in het midden maar liefst km diep komen te liggen!
Je vindt .
De stelling van Pythagoras in geeft: .
De stelling van Pythagoras in geeft: .
geeft weer .
De halve omtrek is .
De oppervlakte is dus .
Schrijf de stelling van Pythagoras in de driehoeken en op. Dit geeft .
Hieruit volgt .
cm.
De oppervlakte van de driehoek wordt dan .
Ga na dat dit hetzelfde is als je antwoord bij a.
Dit is een uiterst lastig geknutsel met variabelen.
Laat eerst zien dat .
De oppervlakte wordt dan .
Nu moet je nog laten zien dat dit hetzelfde is als de formule van Heron, door haakjes
uitwerken. Succes!