Meetkundige berekeningen > Vergroten
1234567Vergroten

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

8 2 + 8 2 11,3 cm.

b

Die worden ook 2 keer zo groot, dus ongeveer 22,6 cm. De schaalverdeling gaat van -14 tot 14 cm lopen.

c

De vorm van de geodriehoek, dus alle hoeken blijven gelijk. Ook de gradenboog verandert niet echt, hij krijgt wel een grotere straal, maar de hoeken die hij aangeeft blijven gelijk.

d

Nee, zowel de basis als de hoogte worden 2 keer zo groot, dus de oppervlakte (je moet daarvoor de basis en de hoogte vermenigvuldigen) wordt 4 keer zo groot.

Opgave V2
a

3 keer zo groot.

b

1 3 keer zo groot.

c

De vorm van de kubus, dus alle hoeken blijven gelijk.

d

9 keer zo groot.

d

27 keer zo groot.

Opgave 1
a

6 × 4 = 24 cm2.

b

18 × 12 = 216 cm2.

c

3 × 3 = 9 keer zo groot.

Opgave 2
a

4,25 1000 = 4250 cm = 42,5 m.

b

118 / 1000 100 = 11.8 cm.

c

Nog steeds 60 ° .

d

Ongeveer 21,72 10 2 = 2172 m2.

e

De lengtevergrotingsfactor is 1000 en de oppervlaktevegrotingsfactor is 1.000.000 .

Opgave 3
a

1 50.000 .

b

24.000 m2 en dat is 240.000.000 cm2.

c

240000000 ( 1 50000 ) 2 0,096 cm2.

Opgave 4
a

20 cm.

b

Elk van de zes grensvlakken heeft een oppervlakte van 5 × 5 = 25 cm2.

c

5 3 = 125 cm3.

d

125 4 3 = 8000 cm3.

e

Lengtevergrotingsfactor: 4.
Opperlaktevergrotingsfactor: 4 2 = 16.
Volumevergrotingsfactor: 4 3 = 64.

Opgave 5

De oppervlakte wordt 1400 20 2 = 560.000 cm2, dat is 56 m2.
De inhoud wordt 3000 20 3 = 24.000.000 cm3 en dat is 24 m3.

Opgave 6
a

Doen. Denk er om dat voor de inhoud moeten worden gerekend met de binnenmaten!

b

10 keer.

c

0,5

d

42432 0,5 2 = 10608 cm2.

e

511,56 0,5 3 = 63,945 L .

Opgave 7
a

k = 2,5

b

De vergrotingsfactor is nu 1 / k = 1 / 2,5 = 0,4

c

63,3 0,4 3 4,1 cm3.

Opgave 8

25 hm2 is 250.000 m2 en dat is 2.500.000.000 cm2. Dus de oppervlaktevergrotingsfactor is k 2 = 25.000.000 .
De lengtevergrotingsfactor is k = 25.000.000 = 5000 . De schaal van deze kaart is 1 : 5000 .

Opgave 9

134,37 km2 is 134.370.000 m2 en dat is 1.343.700.000.000 cm2. Dus de oppervlaktevergrotingsfactor is k 2 = 1.000.000.000.000 .
De lengtevergrotingsfactor is k = 1.000.000.000.000 = 1.000.000 . De schaal van deze kaart is 1 : 1.000.000 .

Opgave 10
a

De volumevergrotingsfactor is k 3 = 1,5 / 0,25 = 6 . De grote fles is dus k = 6 3 1,82 keer zo hoog.

b

De oppervlaktevergrotingsfactor is k 2 = ( 6 3 ) 2 3,30 .

Opgave 11

De volumevergrotingsfactor is k 3 = 3,375 . De lengtevergrotingsfactor is dus k = 3,375 3 = 1,5 . Er is dus 400 1,5 2 = 900 cm2 metaalplaat nodig voor de rechter maatbeker.

Opgave 12
a

120 m lang en 75 m breed.

b

Met 1000.

c

12 × 7,5 = 90 cm2.

d

Met 1000 2 = 1.000.000 .

e

90 × 1.000.000 = 90.000.000 cm2. Dat is 9000 m2.

Opgave 13

32 200 2 = 1.280.000 cm2 en dat is 128 m2.

Opgave 14
a

1,20 2,5 2 = 7,50 m2.

b

De oppervlaktevergrotingsfactor is 4,80 / 1,20 = 4 , dus de lengtevergrotingsfactor is 4 = 2 . De afmetingen van dit derde raam zijn 2 keer zo groot dan die van het eerste raam.

c

2 / 2,5 = 0,8 keer zo groot.

Opgave 15
a

π 10 2 = 100 π 314 m2.

b

Ongeveer 4 314 314 = 942 m2 meer.

c

Het touw is 5 2,24 keer zo lang.

Opgave 16
a

Ongeveer 14 cm, 8 cm, 9 cm.

b

Ongeveer 9877 mm2.

c

Ongeveer 120 mm3.

d

Ongeveer 5658 mm3.

Opgave 17

1 : 1000000 .

Opgave 18

De volumevergrotingsfactor van de boa ten opzichte van de ringslag is 216. Dat betekent een lengtevergrotingsfactor van 6 en een oppervlaktevergrotingsfactor van 36. De huidoppervlakte van de boa is 17388 cm2.

Opgave 19
a

150 25 3 1,82 keer zo groot.

b

Ongeveer 21,84 cm.

c

Ongeveer 3,30 keer zo groot.

Opgave 20Schaalmodel van de Aarde
Schaalmodel van de Aarde
a

1 10.000.000 = 1 10 -7

b

De omtrek is 400 cm en de diameter dus ongeveer 127,3 cm.

c

De oppervlakte is ongeveer 5,11 m2 en de inhoud is ongeveer 1,087 m3.

Opgave 21Maan en Aarde
Maan en Aarde

Een volumevergrotingsfactor van 64 betekent een lengtevergrotingsfactor van 64 3 = 4 . Dus de diameter van de Aarde is ongeveer 4 keer die van de Maan.

verder | terug