Rekenen > Optellen en aftrekken
1234567Optellen en aftrekken

Voorbeeld 2

Bij het met de hand optellen en aftrekken van getallen met decimalen (cijfers achter de komma) moet je rekening houden met de plek van de decimale komma.

Bijvoorbeeld 420,1 - 39,57 gaat zo:

Opgave 6

Reken met de hand met decimalen. Controleer je antwoorden met de rekenmachine.

a

Bereken de som van 126,31 en 97,492.

b

Bereken het verschil van 126,31 en 97,492.

verder | terug