Met getallen heb je dagelijks te maken, denk maar aan je lestijden, lesuren en lokaalnummers op school of het afrekenen bij boodschappen doen. Vaak reken je met die getallen: heb ik geld genoeg, heb ik nog de tijd om... En soms is dan een schatting genoeg.
De volgende opgaven zijn bedoeld om overzicht over het onderwerp "Rekenen" te krijgen. Dit betreft de onderdelen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 van dit onderwerp. Het is nuttig om er een eigen samenvatting bij te maken. De opgaven hieronder zijn bedoeld om je daarbij te helpen.
Je leert in dit onderwerp:
Voorkennis:
Bekijk het getal `65413,728` .
Hoeveel hondertallen heeft dit getal?
Hoeveel honderdsten?
Je vermenigvuldigt dit getal met `10` .
Hoeveel honderdtallen heeft het getal dat je nu krijgt?
En hoeveel honderdsten?
Laat met de getallen 4575,225 en 345,3 zien hoe optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met de hand gaat. Maak een duidelijk overzicht.
Laat zien hoe je `1271,949` afrondt
op een geheel getal;
op één decimaal;
op twee decimalen;
op honderdtallen.
In de praktijk hangt de manier van afronden van de omstandigheden af.
Geef hiervan twee duidelijk verschillende voorbeelden.