`7`
`7/48`
`7` is de teller en `48` is de noemer van de breuk.
`14`
`14/96 = 7/48` , dus het is dezelfde breuk.
`3/4`
`3` is de teller en `4` is de noemer van de breuk.
In de onderste figuur is evenveel gekleurd als in de bovenste. In de onderste figuur is het `9/12` deel, in de bovenste `3/4` deel.
`1/4 = 3/12`
`2/3 = 26/39`
`13/19 = 26/38`
`14/42 = 1/3`
`18/81 = 2/9 = 8/36`
`6/14 = 3/7 = 15/35`
Het plusteken: `1 3/4 = 1 + 3/4` .
`1 = 4/4` , dus `1 3/4 = 1 + 3/4 = 4/4 + 3/4 = 7/4` . Maak eventueel een figuur hierbij.
`1 3/4 = 7/4 = 21/12` .
Teken op een roosterpapier een rechthoek van
`6`
bij
`5`
. Je hebt dan
`30`
roosterhokjes.
`2`
van de
`5`
banen kleuren is even veel als
`12`
van de
`30`
hokjes kleuren.
`6/15 = 2/5` .
Door te kijken door welk getal je zowel de teller als de noemer kunt delen.
`7/12` deel.
`45/100` deel.
`1/60` deel.
`7/100` deel.
`11/100` deel.
`1/20` deel.
`1/20 = 5/100` en dat is minder dan `11/100` .
`15/6 = 2 3/6 = 2 1/2` reep.
Ook één keer.
`8/18 = 4/9` deel van een rondje.
`18/8 = 9/4 = 2 1/4` keer rond.
`7/3 = 2 1/3`
`13/12 = 1 1/12`
`50/6 = 8 2/6 = 8 1/3`
`81/9 = 9`
`12/32 = 3/8`
`12/31 = 12/31`
`32/12 = 8/3 = 2 2/3`
`17/85 = 1/5`
`85/17 = 5`
`8/24 = 1/3`
`1/3` deel van `84` is `28` jaar.
`(1,5)/24 = 3/48 = 1/16` deel.
`2/12 = 1/6` deel van `84` is `14` jaar.
`15/12 = 5/4 = 1 1/4`
`12/15 = 4/5`
`13/4 = 3 1/4`
`4/13 = 4/13`
`5/85 = 1/17`
`85/5 = 17`
Als je het voortandwiel één keer draait, gaat het achterwiel meer dan één keer rond.
`48/20 = 12/5 = 2 2/5` keer.
De overbrengingen worden: `42/15 = 2 4/5` , `43/16 = 2 11/16` , `45/15 = 3` , `46/16 = 23/8 = 2 7/8` , `51/17 = 3` en `54/18 = 3` .
Ja, zie tabel.
`12/5 = 2 2/5` keer `2,83` en dat is ongeveer `6,792` m.
`3 xx 2,83` en dat is ongeveer `8,49` m.
Doen.
De overbrenging was `47/17` . De omtrek van zijn achterwiel was `17/47` van `8,93` en dat is ongeveer `3,23` m.