Je weet:
`1/10 = 0,1`
`2/10 = 0,2`
`12/100 = 0,12`
Breuken met noemer
`10`
,
`100`
,
`1000`
, ... kun je als decimaal getal schrijven.
Ook andere breuken kun je als decimaal getal schrijven:
`1/2 = (1 xx 5)/(2 xx 5) = 5/10 = 0,5`
`1/4 = (1 xx 25)/(4 xx 25) = 25/100 = 0,25`
`3/8 = ... = 375/1000 = 0,375`
Je ziet dat je er dan eerst een breuk met als noemer 10, of 100, of 1000, ... van
moet maken.
Je rekenmachine doet dit snel met een deling:
levert meteen
`0,375`
op.
Je wilt `3/4` als decimaal getal schrijven.
Leg uit dat `3/4 = 75/100` .
Welk decimaal getal is gelijk aan `3/4` ?
Voer met je rekenmachine de deling `3//4` uit. Krijg je hetzelfde als bij b?
Vul het juiste decimale getal in:
`1/4 = ...`
`2/5 = ...`
`7/8 = ...`
`15/16 = ...`
`3/20 = ...`
`9/25 = ...`
Een staatslot kost
`15`
euro, maar je kunt er ook voor kiezen om niet voor de jackpot (maximaal
`27,5`
miljoen euro) mee te spelen. In dat geval gaat het lot
`13`
euro kosten.
Veel mensen kopen niet een heel staatslot, maar één of meer
`1//5`
staatsloten.
(Bron: http://www.loterij.net/Staatsloterij/, juni 2011)
Hoeveel kost `1//5` staatslot als je voor de jackpot meespeelt?
Hoeveel kost `1//5` staatslot als je niet voor de jackpot meespeelt?
Waarom kopen mensen vaak liever meerdere `1//5` staatsloten dan `1` heel staatslot?