Breuken > Breuk naar decimaal getalVoorbeeld 2
Je wilt
`1 1/3`
als decimaal getal (kommagetal) schrijven.
`1 1/3`
betekent:
`1 + 1/3`
.
Je kunt van
`1/3`
niet een breuk maken met tienden, honderdsten, enz.
-
Met de rekenmachine:
levert `1,3333333333333333333...` op.
-
Je kunt ook `1/3` uitrekenen met een staartdeling.
Niet alle rekenmachines laten evenveel drieën zien. Er zijn oneindig veel drieën, dat geef je aan als: `1,ul(3)` .
Je kunt soms ook afronden. Bijvoorbeeld op twee decimalen: `1 1/3 ~~ 1,33` .
Ga na dat `2 7/13 = 2,ul(538461) ~~ 2,54` .
Je ziet dat de breuk er eenvoudiger uitziet dan de niet afgeronde decimale versie van dit getal. Daarom is het verstandig om breuken te laten staan als een exact antwoord vereist is.
Je kunt `1/6` op twee manieren als decimaal getal schrijven.
Gebruik eerst je rekenmachine. Waarom kan het antwoord van `1//6` op je rekenmachine nooit precies `1/6` zijn?
Gebruik nu een staartdeling. Hoe moet je het resultaat als decimaal getal opschrijven?
Laat met behulp van je rekenmachine zien dat `2 7/13 = 2,ul(538461)` .
Als je `1/17` als decimaal getal wilt schrijven, heb je aan je rekenmachine niet genoeg.
Waarom niet?
Schrijf deze breuk toch als decimaal getal. Dat moet dus met behulp van een staartdeling.