Breuken > Breuken optellen/aftrekken
1234567Breuken optellen/aftrekken

Toepassen

Opgave 16Schilders
Schilders

Schilder A kan een huis in `5` uur geheel schilderen, schilder B kan dit in `3` uur.

a

Welk deel van het huis kunnen beide schilders samen in een uur schilderen?

b

Waarom moet het steeds over hetzelfde (of een zeer vergelijkbaar) huis gaan?

c

Hoeveel tijd hebben beide schilders samen nodig om het huis te schilderen?

d

Schilder C schildert het huis in `3,5` uur. Welke deel van het huis schilderen B en C in `1` uur? Hoeveel tijd hebben ze nodig voor het hele huis?

e

Beantwoord de vragen uit d ook voor alle drie de schilders samen.

Opgave 17Puzzel (1)
Puzzel (1)

Je ziet hier een optelling van twee breuken waar een decimaal getal uit komt.
Maar welke cijfers moeten er in de vakjes?

Gebruik `7` van de cijfers `1` , `2` , `3` , `4` , `5` , `6` , `7` , `8` en `9` . Je mag een cijfer niet vaker dan één keer gebruiken. Maak een correcte berekening.

Opgave 18Puzzel (2)
Puzzel (2)

De volgende puzzel is afkomstig uit "Puzzles, old and new" van professor Hoffman uit 1893.

Stel met behulp van de cijfers `0` , `1` , `2` , `3` , `4` , `5` , `6` , `7` , `8` en `9` twee breuken samen waarvan de som `1` is. Elk cijfer moet precies één keer worden gebruikt.

verder | terug