Breuken > Breuken optellen/aftrekken
1234567Breuken optellen/aftrekken

Verwerken

Opgave 11

Voer de volgende berekeningen handmatig uit. Controleer de antwoorden met de rekenmachine.

a

3 5 + 2 1 3 = ...

b

2 1 6 + 1 3 4 - 2 1 12 = ...

c

3 7 12 - 2 5 6 + 2 3 = ...

d

4 3 10 - 2 2 5 + 17 20 = ...

Opgave 12

Voer de berekeningen in de voorgaande opgave ook uit met de rekenmachine, maar zonder gebruik te maken van de breukentoets.
Geef je antwoorden als exacte decimale getallen.

Opgave 13

Heb je nog niet genoeg geoefend? Oefen dan het handmatig optellen en aftrekken van breuken via het Practicum .

Je oefent jezelf met behulp van AlgebraKIT. Blijf oefenen tot je vrijwel geen fouten meer maakt.

Opgave 14

In een stad is `1//3` deel van mannen boven de 40 jaar en `1//7` deel van de vrouwen boven de 40 jaar. Er zijn ongeveer evenveel mannen als vrouwen.

a

Welk deel van mensen in die stad is boven de 40 jaar?

b

Waarom kun je het antwoord bij a alleen berekenen omdat er ongeveer evenveel mannen als vrouwen in deze stad wonen?

Opgave 15

Anneke, Henk en Frits verdelen een taartje. Vreetzak Frits neemt `2/3` deel van de taart, Anneke snijdt (bescheiden als ze is) `1/12` deel van de taart af.

Welk deel van de taart blijft er over voor Henk?

verder | terug