`1/2 + 1/3 = 3/6 + 2/6 = 5/6` .
Denk er wel om dat beide breuken delen van hetzelfde geheel moeten zijn!
Bekijk
Maak zelf zo'n tekening bij `2/5 + 1/4` .
Waarom moeten de twee rechthoeken waarvan je `2/5` en `1/4` deel hebt aangegeven even groot zijn?
Waarom maak je de éne verdeling horizontaal en de andere verticaal?
Bereken `2/5 + 1/4` .
Je kunt `2/5 + 1/4` ook exact berekenen met de rekenmachine. Je hebt behalve de toetsen voor de cijfers alleen de toetsen en nodig.
Wat is dan de uitkomst van deze optelling?
Bekijk de optelling `3/7 + 5/8` . Je gaat iemand die niet zo goed rekent uitleggen hoe deze optelling gaat.
Eerst teken je `3/7` als een deel van een rechthoek en hetzelfde doe je met `5/8` .
Leg nu uit dat `3/7 + 5/8 = 59/56` .
Waaruit blijkt dat deze optelling meer dan één rechthoek oplevert? Hoe schrijf je het antwoord zo, dat dit duidelijk is?
Je kunt de optelling ook wel met behulp van decimalen doen. Geef dan het exacte antwoord in decimalen.
Ga na dat het antwoord in breuken en dat in decimalen hetzelfde zijn.
Hoeveel is `5/8 - 3/7` ? Geef eerst je antwoord als breuk en daarna exact in decimalen.
Bereken nu met de hand (geef je antwoord als breuk):
`2/11 + 3/11`
`3/8 - 1/4`
`7/10 + 2/5`
`5/8 + 5/6`
`5/6 - 5/8`