Breuken > Breuken vermenigvuldigen
1234567Breuken vermenigvuldigen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

`3/8`

b

`3/4` van `1/2` is `3/4 xx 1/2` .

Opgave 1
a

Zie het figuur.

b

`3/4` deel.

c

Zie het figuur.

d

`15/24 = 5/6` deel.

e

`15/24 = 5/8` deel, `5/6 xx 3/4 = 15/24 = 5/8` .

Opgave 2
a

Verdeel de rechthoek in acht horizontale en twee verticale stroken.
Van de `8` horizontale stroken kleur je er drie bijvoorbeeld rood en van de `2` verticale stroken kleur je er één groen.

b

`3/16` .

c

`1/2 xx 3/8 = 3/16` .

Opgave 3
a

Je vermenigvuldigt de tellers met elkaar en de noemers met elkaar.

b

Doen.

c

`3//4 xx 1//3` invoeren geeft `0,375` . Dat is hetzelfde als `3/8` .

Opgave 4
a

`6/7 xx 5/8 = (6 xx 5)/(7 xx 8) = 30/56` .

b

Ja, dat kan: `30/56 = 15/28` .

c

`6/7 xx 5/8 = (6 xx 5)/(7 xx 8) = (3 xx 5)/(7 xx 4) = 15/28` .

Opgave 5
a

`6/121`

b

`3/32`

c

`14/50 = 7/25`

d

`15/48 = 5/16`

e

`75/96 = 25/32`

Opgave 6
a

Zie de figuur.

b

Behalve een rechthoek van `3` bij `1` en een rechthoekje van `1/6` bij `1/4` , heb je nog twee andere rechthoeken die ook meetellen.

c

`3 xx 1 + 1/6 xx 1/4 + 3 xx 1/4 + 1 xx 1/6 = 95/24 = 3 23/24` .

d

`19/6 xx 5/4 = 95/24 = 3 3/24` .

Opgave 7

Oefen jezelf met AlgebraKIT. Daarin kun je ook de antwoorden bekijken en uitleg uitklappen.

Opgave 8
a

`7/5 = 1 2/5`

b

`104/30 = 52/15 = 3 7/15`

c

`731/72 = 10 11/72`

d

`3/10 xx 3 1/3 = 3/10 xx 10/3 (= 30/30) = 1`

Opgave 9
  • `0,4`

  • `3,4ul6`

  • `10,152ul7`

  • `1`

Opgave 10

In AlgebraKIT kun je de antwoorden bekijken en uitleg uitklappen.

Opgave 11
a

Kies zelf de afmetingen van je rechthoek, verdeel hem in acht gelijke verticale stroken.

b

Het is handig om de rechthoek ook in `4` horizontale stroken te verdelen.

c

`10/32 = 5/16` deel.

d

Bart: `1/4 xx 1/2 = 1/8` . Dirk: `3/8 xx 1/2 = 3/16` . Totaal: `1/8 + 3/16 = 5/16` deel.

e

Bart: `1/2 xx 1/2 = 1/4` . Ben: `1/8` . Totaal: `1/4 + 1/8 = 3/8` deel.

f

Hyacinthen: `1 - 5/16 - 3/8 = 5/16` deel.

Opgave 12Werkenden
Werkenden
a

`8/10 xx 1/8 = 1/10` deel.

b

`1/40 xx 3/5 = 3/200` deel.

c

`3/200 xx 86315 ~~ 1295` mannen.

Opgave 13Sportblessures
Sportblessures
a

9 / 17 deel.

b

1 5 × 9 17 = 9 85 deel.

c

9 85 × 1 6 = 3 170 en 3 170 × 17000000 = 300000.

Opgave 14
a

`7/9 xx 13/21 = 13/27`

b

`5 1/6 * 1 2/3 = 8 11/18`

c

`5 1/6 * 24 = 124`

Opgave 15
a

`1/12` deel.

b

`12` docenten.

verder | terug