Stel dat `1` op de `8` werkende Nederlanders werkt bij een bouwbedrijf. En ook dat daarvan `2/10` deel op kantoor werkt.
Welk deel van alle werkende Nederlanders werkt dan bij een bouwbedrijf op kantoor?
Je moet nu `2/10` deel van `1/8` deel uitrekenen: `2/10 xx 1/8 = 2/80 = 1/40` .
Dus `1` op de `40` werkende Nederlanders zit dan bij een bouwbedrijf op kantoor.
Bij Toepassen zie je hoe je het vermenigvuldigen van breuken toepast in de praktijk.
Welk deel van de werkende Nederlanders werkt wel bij een bouwbedrijf, maar niet op kantoor?
In een stad bestaat `3/5` deel van de beroepsbevolking uit mannen van 20 jaar of ouder. Van die mannen is ongeveer `1` op de `40` werkloos.
Welk deel van de beroepsbevolking bestaat uit werkloze mannen van 20 jaar of ouder?
Deze stad heeft op het moment een beroepsbevolking van `86315` mensen. Hoeveel werkloze mannen van 20 jaar of ouder zijn er?
Zo’n `9` miljoen Nederlanders doen aan sport. Bij al die activiteit komen nogal wat blessures voor: elk jaar moet op de sporters medisch worden behandeld. deel van alle sportblessures zijn knieblessures.
Het hoeveelste deel van alle miljoen Nederlanders doet aan sport?
Het hoeveelste deel van alle Nederlanders moet voor een sportblessure worden behandeld?
Hoeveel sportende Nederlanders krijgen in de loop van het jaar een knieblessure? Schrijf je berekening op.