Verhoudingen en procenten

Verhoudingen en procenten > Rekenen met verhoudingstabellen

123456Rekenen met verhoudingstabellen

Voorbeeld 2

In het winkelcentrum zijn twee supermarkten.
Bij supermarkt I koop je $14$ appels voor € 4,20.
Bij supermarkt II koop je $10$ appels voor € 2,80.
In welke supermarkt zijn de appels per stuk goedkoper?

> antwoord

Maak twee verhoudingstabellen en reken daarin terug naar $1$ appel.

Supermarkt I
Prijs (in €)	$4,20$	$2,10$	$0,30$
Aantal appels	$14$	$7$	$1$

Supermarkt II
Prijs (in €)	$2,80$	$0,28$
Aantal appels	$10$	$1$

Als je de twee verhoudingstabellen met elkaar vergelijkt, dan zie je dat de prijs per appel in supermarkt II lager is dan in supermarkt I.

Verhoudingen kun je vergelijken met verhoudingstabellen.
Het is dan vaak handig om "terug te rekenen naar $1$ " .

Opgave 7

Een supermarkt verkoopt wasmiddelen in grote en kleine verpakkingen.
Een grote verpakking bevat $4,5$ kg waspoeder en kost € 4,95.
Een kleine verpakking bevat $2,5$ kg en kost € 2,80.

Bereken welke verpakking het voordeligst is.

Opgave 8

Bij de slager kost $150$ gram palingworst € 1,45 en $200$ gram snijworst € 1,85.

Bereken welke soort worst goedkoper is.

verder | terug