Verhoudingen en procenten > Procenten
123456Procenten

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Dit betekent bijvoorbeeld dat van elk 100 euro die de overheid uitgaf 5,50 euro naar het onderwijs ging.

b

5,5 100 = 55 1000 deel.

Opgave 1
a

`1` % = `1/100` .

b

`15` % = `15/100 = 3/20` .

c

`23` % = `23/100` .

d

`115` % = `115/100 = 1 3/20` .

e

`5,5` % = `(5,5)/100 = 55/1000 = 11/200` .

Opgave 2
a

`25/100 = 25` %.

b

`(37,5)/100 = 37,5` %.

c

`(0,1)/100 = 0,1` %.

d

`314/100 = 314` %.

Opgave 3
a

10% van 350 is `10/100 xx 350 = 35` .

b

12% van € 68,00 is `12/100 xx 68` , dus € 8,16.

c

3,4% van 15600 is `(3,4)/100 xx 15600 = 530,4` .

d

5,5% van 23,1 miljard euro is (5,5)/100 xx 23,1 = 1,2705 miljard euro.

Opgave 4
a

11 100 × 2150 = 236,5.

b

0,11 × 2150 = 236,5.

c

Met deze verhoudingstabel vind je ook 236,5.

deel 11 ... 236,5
geheel 100 1 2150
Opgave 5

0,15 × 48 = 7,20 euro.

Opgave 6
a

0,05 × 32.500 = 1625 euro.

b

0,42 × 32.500 = 13650 euro.

Opgave 7

In 2000: 0,055 × 23,1 = 1,2707 miljard.
In 2009: 0,066 × 37,9 = 2,5014 miljard.
Dat is 1,2307 miljard meer.

Opgave 8

0,36 × 240 = 86,4 Gb.

Opgave 9
a

0,05 × 3000 = 150 euro.

b

0,05 × 3150 = 157,50 euro.

Opgave 10
a

16%.

b

26,5%.

c

160%.

Opgave 11
a

42% van 460 is 0,42 × 460 = 193,2.

b

13% van 16 miljoen is 2,08 miljoen.

c

0,35% van 14400 is 50,4.

Opgave 12
a

0,246 × 3.806.000 = 936.276 personen.

b

0,167 × 3.806.000 = 635.602 en 0,366 × 635.602 = 232.630.

Ongeveer 232.630 universiteitsstudenten.

Opgave 13Jongeren en ouderen
Jongeren en ouderen
a

Ongeveer 3,8 miljoen.

b

Ongeveer 2,6 miljoen.

Opgave 14Tweede Kamer verkiezingen
Tweede Kamer verkiezingen
a

Ongeveer 9.375.000 personen.

b

Ongeveer 62.500.

c

Nee, ze hebben 0,006 × 9.375.00 = 56.250 stemmen gehaald.

d

VVD: 30,75 | PvdA: 29,4 | PVV: 23,25 | CDA: 20,4 | SP: 14,7 | D'66: 10,35 | GL: 10,05 | CU: 4,95 | SGP: 2,55 | PvdD: 1,95 | TON: 0.

e

9 restzetels.

Opgave 15Autosloop
Autosloop

1 × 0,95 × 0,95 × 0,85 × 935 = 717,26.
1 × 0,95 × 0,05 × 0,6 × 935 = 26,65.
Totaal: 717,26 + 26,65 = 743,91.

Opgave 16
a

53,4%

b

120%

c

0,026

d

1,13

Opgave 17
a

0,496 × 17,4 = 8,6 miljoen.

b

0,08 × 8,6 = 0,7 miljoen.

verder | terug