Schrijf als percentage:
`0,16`
`0,265`
`1,6`
Bereken:
`42` % van `460` .
`13` % van `16` miljoen.
`0,35` % van `14400` .
In het schooljaar 2009/2010 waren er ongeveer `3.806.000` personen bij een onderwijsinstelling ingeschreven.
Daarvan zat `24,6` % op een school voor voortgezet onderwijs. Hoeveel personen zijn dat?
`16,7` % van die `3.806.000` personen waren studenten in het hoger onderwijs. Van al die studenten zat `36,6` % op een universiteit.
Hoeveel universiteitsstudenten waren er dat jaar?