Verhoudingen en procenten

Verhoudingen en procenten > Procentrekenen

123456Procentrekenen

Uitleg

Wil je weten welk percentage $4$ van de $50$ is?

$4$ van de $50$ kun je op verschillende manieren omrekenen in een percentage:

Met een verhoudingstabel en via $1$ rekenen.

deel	$4$	...	$8$
geheel	$50$	$1$	$100$

Ook nu zie je dat $4$ van de $50$ gelijk is aan $8$ %.

Opgave 1

Kijk nog eens naar het stukje uit het scholierenonderzoek van 2009 in Opgave V1.

In 1984 gaf de gemiddelde scholier € 53 per maand uit. Hoeveel procent is dat van de gemiddelde maandelijkse inkomsten?

Hoeveel procent van zijn inkomsten hield een scholier in 1984 maandelijks over?

Hoeveel procent was dit in 2009?

Reken na dat de gemiddelde scholier uit 1984 nu (dus in 2009) € 86 zou uitgeven.

Leg nu de laatste zin van dit citaat uit.

Opgave 2

Schrijf als percentage:

`9` van de `12` is ...%.

`38` van de `950` is ...%.

`15` van de `28,50` is ...%.

`12,75` van de `65,40` is ...%.

`0,85` van de `0,95` is ...%.

Opgave 3

Meer dan `100` % komt ook voor.
De inkomsten van een 12-jarige scholier bedroegen in 2009 gemiddeld € 49. Van een 18-jarige scholier was dit € 358.

Hoeveel procent zijn de inkomsten van een 18-jarige ten opzichte van een 12-jarige?