Een bekende schrijver krijgt
`15`
% van de verkoopprijs van elk van zijn boeken.
Hij heeft een paar boeken geschreven die voor
€
16,00 worden verkocht.
Hij heeft ook boeken geschreven die voor
€
10,00 worden verkocht.
Van de boeken van
€
16,00 zijn er in in een bepaald jaar
`14.000`
verkocht.
Van de boeken van
€
10,00 zijn er dat jaar
`36.000`
verkocht.
Hoeveel heeft de schrijver in totaal daaraan verdiend?
Je kunt bijvoorbeeld zo rekenen:
Boeken van
€
16,00 leveren
`0,15 xx 16 = 2,40`
euro per boek op.
In totaal wordt dat
`14.000 xx 2,40 = 33.600`
euro.
Boeken van
€
10,00 leveren
`0,15 xx 10 = 1,50`
euro per boek op.
In totaal wordt dat
`36.000 xx 1,50 = 54.000`
euro.
Dat is in totaal `33.600 + 54.000 = 87.600` euro.
Je ziet het: je moet schrijver worden en goed verkopen!
Een akkerbouwer verbouwt tarwe en rogge voor de verkoop. Hij bekijkt de prijzen van dat moment: € 160 voor `1000` kg tarwe en € 75 voor `1000` kg rogge. Hij kan daarmee `14` % winst maken op de tarwe en `21` % op de rogge. Hij schat dat hij ongeveer `130.000` kg tarwe en `65.000` kg rogge kan oogsten.
Hoeveel winst maakt hij op de tarwe volgens deze schatting?
Hoeveel winst zal hij in totaal op de tarwe en de rogge maken?
In 2009 had de gemiddelde scholier maandelijks € 144 aan inkomsten. Daarvan werd `30,6` % gemiddeld gespaard, de rest werd uitgegeven.
Welk bedrag werd maandelijks gespaard? Rond af op hele euro's.
Maandelijks ging gemiddeld € 21 naar kleding en schoenen. Hoeveel procent van de inkomsten is dat?
En hoeveel procent van de uitgaven gaat naar kleding en schoenen?
In een bepaald jaar ging `84` % van alle `16` miljoen Nederlanders op vakantie. `75` % daarvan ging naar het buitenland.
Hoeveel Nederlanders gingen er dat jaar naar het buitenland?
Hoeveel procent van alle Nederlanders ging naar het buitenland op vakantie?
Ongeveer `16` % van alle Nederlanders die naar het buitenland op vakantie gingen, verbleven dat jaar in Skandinavië. Hoeveel mensen waren dat?