Procenten > Procentrekenen
123456Procentrekenen

Uitleg

Je kunt met procenten rekenen als:

  • je van verschillende hoeveelheden of bedragen een even groot deel wilt uitrekenen, zie Voorbeeld 1.

  • je twee delen van verschillende hoeveelheden eerlijk wilt vergelijken, zie Voorbeeld 2.

In plaats van met procenten rekenen zeg je ook wel: met percentages werken. Een percentage is een aantal procent: `15` % is een percentage van `15` .

Wil je weten welk percentage `4` van de `50` is?

`4` van de `50` kun je op verschillende manieren omrekenen in een percentage:

  • `4` van de `50` is `4/50` deel. En `4/50 = 0,08 = 8` %.

  • Met een verhoudingstabel en via `1` rekenen.

    deel `4` ... `8`
    geheel `50` `1` `100`

    Ook nu zie je dat `4` van de `50` gelijk is aan `8` %.

Opgave 1

Kijk nog eens naar het stukje uit het scholierenonderzoek van 2009 in opgave V1.

a

In 1984 gaf de gemiddelde scholier € 53 per maand uit. Hoeveel procent is dat van de gemiddelde maandelijkse inkomsten?

b

Hoeveel procent van zijn inkomsten hield een scholier is 1984 maandelijks over?

c

Hoeveel procent was dit in 2009?

d

Reken na dat de gemiddelde scholier uit 1984 nu (dus in 2009) € 86 zou uitgeven.

e

Leg nu de laatste zin van dit citaat uit.

Opgave 2

Schrijf als percentage:

a

`9` van de `12` is ...%.

b

`38` van de `950` is ...%.

c

`15` van de `28,50` is ...%.

d

`12,75` van de `65,40` is ...%.

e

`0,85` van de `0,95` is ...%.

Opgave 3

Meer dan `100` % komt ook voor.
De inkomsten van een 12-jarige scholier bedroegen in 2009 gemiddeld € 49. Van een 18-jarige scholier was dit € 358.

Hoeveel procent zijn de inkomsten van een 18-jarige ten opzichte van een 12-jarige?

verder | terug