Verhoudingen en procenten > Procenten eraf/erbijVoorbeeld 3
Btw is de afkorting voor "belasting toegevoegde waarde" . Die belasting betaal je bij het kopen van luxe-artikelen.
Je zus koopt een elektrische scooter.
De winkelier verkoopt deze voor
€
2250,00. Dit is de prijs zonder btw, dat heet exclusief btw.
Hij moet echter
`21`
% btw rekenen: de scooter kost je daarom
`21`
% meer.
Hij kost dan:
`1,21 xx 2250,00 = 2722,50`
. En dat is inclusief btw.
Meestal zet de winkelier de prijs al meteen inclusief btw op het artikel.
Je koopt een fiets en je betaalt
€
900,00 inclusief
`21`
% btw.
Hoeveel btw heb je dan betaald?
De verkoopprijs van de winkelier is
`100`
%. Hij moet er
`21`
% bij doen, dus je betaalt
`121`
%.
Die
`121`
% is
`900,00`
euro.
Dus
`1`
% is
`900/121 = 7,43801...`
Dat betekent dat de btw
`21 xx 7,43801... ~~ 156,20`
euro bedraagt.
(Je kunt ook met een verhoudingstabel via
`1`
rekenen.)
Denk er om dat je nu NIET
`21`
% van
`900,00`
kunt uitrekenen en dat van de
`900,00`
aftrekken.
Die
`900,00`
is namelijk niet
`100`
%.
De btw op een fiets die € 650 kost exclusief btw (dus zonder btw) is `21` % van de prijs.
Hoeveel betaal je voor deze fiets inclusief btw?
Voor een koelkast betaal je inclusief % btw € 677,60.
Hoeveel euro bedraagt de btw?
Hoeveel kost deze koelkast zonder btw?
In de horeca bestaat ook het lage % btw-tarief.
Dat tarief geldt namelijk voor het leveren van eten en (niet alcoholische) dranken.
Je eet in een restaurant een gezonde maaltijdsalade met een glas bubbelwater.
Dat kost je
€
8,75 inclusief btw.
Hoeveel bedraagt de prijs exclusief btw?