Breng met behulp van pijlen op de getallenlijn de volgende optellingen in beeld en schrijf het antwoord op:
Vul de lege plaatsen in.
Het water in de IJssel bij Zutphen staat m boven NAP. Normaal staat het water daar m onder NAP. Drie leerlingen berekenen het verschil in hoogte:
Jaspar: m onder NAP is , dus m.
Selma: Je moet doen m.
Jörg: m.
Wie heeft er gelijk? Leg ook uit waarom.
Hoeveel bedraagt het verschil in hoogte tussen m boven NAP en m onder NAP?
Hoeveel bedraagt het verschil in hoogte tussen m boven NAP en m boven NAP?
Je ziet hier een kruisgetallenpuzzel. Hij staat ook op het werkblad. Vul de puzzel in, een negatiefteken komt in het vakje van het eerste cijfer van een getal.
Horizontaal | Verticaal | ||
1 | 1 | ||
2 | 2 | ||
3 | 4 | ||
5 | 5 | ||
7 | 6 | ||
8 | 10 | ||
9 | 11 | ||
10 | |||
11 | |||
12 | |||
13 |
Een kompas op een schip geeft nooit helemaal de juiste richting aan. Dat komt door de "variatie" (de plaatselijke afwijking) en de "deviatie" . De deviatie is de afwijking in koers die door het schip veroorzaakt wordt. Als je de werkelijke koers weet en de variatie, dan kun je de deviatie uitrekenen:
Je werkelijke koers is bijvoorbeeld °, de variatie is ° en op je kompas lees je af: °.
Je deviatie is dan: .
Wat is de uitkomst van de bovenstaande berekening?
Voor een ander schip geldt een andere deviatie. Veronderstel dat de werkelijke koers van een schip ° is. De variatie is ° en de kompaskoers °. Wat is de deviatie van dat schip?