Klik eerst op het plaatje waar jouw opleiding op staat. Je krijgt dan een aan die opleiding aangepaste Verkenopdracht en aangepaste toepassingen.
Je leert in dit onderwerp:
een lineair verband tussen twee variabelen herkennen;
bij een (in woorden beschreven) lineaire functie een passende formule opstellen en daarbij de notatie `f(x) = ...` gebruiken;
de grafiek van een lineaire functie tekenen en daarbij het begrip hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) gebruiken;
berekeningen met lineaire functies uitvoeren.
Voorkennis:
het begrip functie als een formule van de vorm `y = ...` ;
grafieken tekenen bij functies;
werken met eenvoudige lineaire verbanden.