Het duurt ongeveer `4` jaar.
Verdubbeld: ongeveer `6,64` jaar
Verdrievoudigd: ongeveer `10,53` jaar
Verzesvoudigd: ongeveer `17,17` jaar
`\ ^(1,11)log(2 )+\ ^(1,11)log(3 )~~6,64+10,53~~17,2` en `\ ^(1,11)log(2*3)=\ ^(1,11)log(6 )~~17,2`
De dikte is ongeveer `22` mm.
`x=7`
`\ ^2log(x)=5 -\ ^2log(10 ) = \ ^2log(32) - \ ^2log(10) = \ ^2log(32/10)` , dus `x=3,2` .
`x=6,25`
`5 < x≤262149`
`text(D)_(f)=langletext(-)10, →rangle` , `text(B)_(f)=ℝ` en de verticale asymptoot is `x=text(-)10` .
`text(D)_(g)=langle←, 0 rangle` , `text(B)_(g)=ℝ` en de verticale asymptoot is `x=0` .
Het nulpunt van `f` is `x=text(-)9` .
Het nulpunt van `g` is `x=text(-)1` .
`text(-)10 ≤x < text(-)9,999`
`h(x)` | `=` | `log(x+10 )+4+log(text(-)x)` | |
`log(x+10 )+4+log(text(-)x) ` | `=` | `log(x+10 )+log(10^4)+log(text(-)x)` | |
`log(x+10 )+log(10^4)+log(text(-)x) ` | `=` | `log(text(-)10^4x(x+10))` | |
`log(text(-)10^4x(x+10)) ` | `=` | `log(text(-)100000 x-10000 x^2)` |
Voer in: `y=text(-)15*log(x/1010)` .
Venster bijvoorbeeld: `[0, 1500]xx[text(-)10, 15]` . De TI-84 geeft:
Het vliegt op `6` km hoogte.
`p=p_0*(10^(text(-)1/15))^h~~p_0*0,858^h`
`h=text(-)15*log(p/p_0)=text(-)15 *(log(p)-log(p_0 ))=text(-)15 log(p)+15 log(p_0 )` .
De grafiek van `h` vind je door die van `y=text(-)15 *log(p)` in de `y` -richting `15 *log(p_0 )` te verschuiven.
Het vliegt op ongeveer `3192` m hoogte.
`log(W) = log(10^(text(-)5,5)) + log(L^(3,1)) = log(10^(text(-)5,5) * L^(3,1))`
Dit geeft:
`W = 10^(text(-)5,5) * L^(3,1)`
`log(5)~~0,7` . In de grafiek lees je af dat dan `log(H)~~text(-)1,6` , dus `H~~0,025` .
Het gemiddelde hersengewicht van volwassen katten is ongeveer `25` gram.
Ongeveer `383` gram.
`H~~0,008*G^0,767`
Dus `a~~0,008` en `b=0,767` .
`[Phi]=` W/m2 en `[T^4]=` K/m4 `rArr [5,4*10^(text(-)8)]=` W/m2K4.
`Phi` |
`=` |
`5,4*10^(text(-)8)*T^4` |
beide kanten logaritme nemen
|
`log(Phi)` |
`=` |
`log (5,4*10^(text(-)8)*T^4)` |
rekenregel toepassen
|
`log Phi` |
`=` |
`log (5,4*10^(text(-)8))+log(T^4)` |
`log (5,4*10^(text(-)8))`
uitrekenen en rekenregel toepassen
|
`log(Phi)` |
`=` |
`text(-)7,27+4*log(T)` |
Deze vergelijking is van de vorm `y=b+a*x` dus `log(Phi)` is lineair afhankelijk van `log(T)` , waarbij `a=4` (helling van de lijn) en begingetal `b=5,4*10^(text(-)8)` .
`664=5,4*10^(text(-)8)*T^4 rArr T^4=664/(5,4*10^(text(-)8)) rArr T=root(4)(664/(5,4*10^(text(-)8)))~~333` K.
`pi*d*n` geeft de omtrek per minuut (de snelheid), maar dan in mm. Wil je dat omzetten in m/min dan moet er dus met `1000` worden vermenigvuldigd. Om deze "op te heffen" is daarom het getal `1000` in de formule opgenomen.
Een rechte lijn in een dubbellogaritmisch assenstelsel hoort bij een machtsfunctie en is van de vorm: `y=a*x^b` . Door de formule zo te veranderen is de structuur van een machtsfunctie beter herkenbaar. Gevolg: factor `a=1000/(n*pi)` .
Kies twee controlepunten die je (redelijk) goed kunt aflezen, bijvoorbeeld:
`v=8 rArr d~~7`
en
`v=10 rArr d~~9`
.
Controleer door de waarde van
`v`
in de formule in te vullen.
Structuur `y=a*x^b rArr a=1000/(n*pi)=1000/(360*pi)` en `b=1` .
De exponent van `v` (dat is `b` , zie ook c) stelt de helling van de grafiek voor en is altijd `1` . Alle grafieken hebben dus dezelfde helling.
Snijpunt met de verticale as: factor
`a=1000/(n*pi)=1000/(156*pi)~~2,04`
.
Dat is
`\ ^10log(2,04)~~0,31`
schaaldelen.
Bepaal het snijpunt met de
`d`
-as:
`~~0,86`
schaaldelen geeft
`10^(0,86)~~7,24 rArr 1000/(n*pi)=7,24 rArr n=1000/(7,24*pi)~~44`
omw/min.