De Post NL-tarieven voor de brievenbuspost binnenland zijn in 2014:
tot `20` gram: € 0,64
van `20` tot `50` gram: € 1,28
van `50` tot `100` gram: € 1,92
van `100` tot `250` gram: € 2,56
Is het tarief `T` een functie van het gewicht `G` ? Is het gewicht een functie van het tarief?
Bij elke (toegestane) waarde voor het gewicht
`G`
vind je precies één tarief
`T`
.
Dus
`T`
is een functie van
`G`
. Let op dat als je een brief van
`20`
gram hebt je € 1,28 moet betalen en niet € 0,64. In de grafiek zie je ook een open
rondje aan het einde van de lijnstukken. Dit betekent dat het einde van zo'n lijnstuk
niet meedoet.
Omgekeerd is
`G`
geen functie van
`T`
. Als je het bedrag weet, kun je namelijk nog niet precies zeggen hoe zwaar het poststuk
is, daar zijn meerdere mogelijkheden voor.
In
Bepaal `T(15 )` .
Als je weet hoe zwaar een brief is, weet je voor hoeveel euro aan postzegels je erop moet plakken. Klopt dat? Licht je antwoord toe.
Als je ziet voor hoeveel euro er aan postzegels op een brief zit, weet je hoe zwaar hij is. Klopt dat? Licht je antwoord toe.
Welke oplossingen heeft de vergelijking: `T(G)=1,92` ?
Is `G` een functie van `T` ? Licht je antwoord toe.
Gegeven is de functie `f` met voorschrift `f(x)=x^2-4 x` .
Welke beweringen zijn waar?
`f(4 )` is een invoerwaarde.
`f(10 )=60` betekent dat het punt `(60 ; 10 )` op de grafiek ligt.
`f(x)=5` heeft twee oplossingen.
Bij elke waarde van `x` hoort precies één waarde van `y` .
Bekijk de functie `f` met voorschrift `f(x)=x^2-4 x` .
Bereken de nulpunten van `f` .
Los op: `f(x)=5` .