Op een afgelegen terrein wordt op 6 januari 2014 een hoeveelheid radioactief afval gevonden. Aangenomen wordt dat dit afval daar al tien jaar ligt. De straling blijkt `2000` becquerel (Bq) te zijn. Vier maanden later wordt de straling opnieuw gemeten. Deze blijkt nu ongeveer `1630` Bq te zijn. De straling neemt exponentieel af.
Hoeveel Bq was de straling een jaar geleden?
Hoe groot was de straling `2,5` jaar na 6 januari 2014?
Stel een functievoorschrift op voor de hoeveelheid straling, afhankelijk van de tijd `t` in maanden. Neem `t=0` op 6 januari 2014. Rond de groeifactor af op drie decimalen.
Wat is het bereik van de functie bij c vanaf 6 januari 2014?
In welk jaar en welke maand is de straling voor het eerst minder dan `1000` Bq?
Zoogdieren hebben allemaal ongeveer dezelfde lichaamstemperatuur.
Hoe zwaarder een zoogdier is, hoe meer energie het kost om de
lichaamstemperatuur constant te houden. Het gewicht
`G`
(gram)
is recht evenredig met een macht van de energie
`P`
(joule) die per minuut nodig is om de lichaamstemperatuur constant
te houden.
Je ziet een tabel met een aantal waarden voor
`G`
en
`P`
.
`G` | `1000` | `2000` | `5000` | `15000` |
`P` | `3,02` | `5,08` | `10,11` | `23,04` |
Stel een formule op waarin je `P` uitdrukt in `G` .
Hoeveel energie `P` per minuut heeft een mens van `70` kg nodig? Rond af op twee decimalen.
Wat gebeurt er met `P` als `G` twee keer zo groot wordt?
Voor het maken van stedenbouwkundige plannen wil de provincie weten hoe de bevolkingsgroei
de afgelopen jaren is geweest. Aan de hand van deze gegevens kan men bepalen hoeveel
woningen gebouwd moeten worden in de aankomende
`20`
jaar, om nog aan de woningvraag te kunnen voldoen.
De provincie heeft twee gebieden op het oog rond de twee bestaande dorpskernen Rijverdal
en Toermont. Hun inwonertal is, op dit moment, respectievelijk
`14000`
en
`9500`
.
Rijverdal had, volgens de gegevens van
`10`
jaar geleden, een bevolking van
`9360`
inwoners. Toermont had op dat moment
`4890`
inwoners.
De provincie gaat ervan uit dat de bevolkingsgroei exponentieel verloopt voor beide
dorpskernen en stelt exponentiële groeimodellen op met
`N`
het aantal inwoners en
`t`
de tijd in jaren.
Stel voor beide dorpskernen een groeimodel op, uitgaande Van `t=0` op dit moment en een groeifactor per jaar in vier decimalen nauwkeurig.
Hoeveel inwoners zijn er na `20` jaar in beide steden te verwachten?
Over hoeveel tijd hebben beide kernen evenveel inwoners?
Hoeveel inwoners heeft elke stad dan?