Differentiëren > Het begrip afgeleide
123456Het begrip afgeleide

Toepassen

Opgave A1Troebeling en doorzicht
Troebeling en doorzicht

De kwaliteit van het water in recreatieplassen wordt regelmatig gecontroleerd. Als er veel zwemmers zijn, wordt het water na verloop van tijd troebel. De troebeling wordt gemeten in een zekere eenheid, genaamd FTE.
Er bestaat een verband tussen de troebeling en het doorzicht (hoe diep je nog kunt zien). Dat verband is grafisch weergegeven in navolgende figuur; daarbij is het doorzicht uitgedrukt in meters.

a

De invloed van een verandering van de troebeling op het doorzicht neemt af. Leg dat eens uit m.b.v. de grafiek.

b

Wat is de betekenis van de helling in deze grafiek?

c

Bepaal de snelheid waarmee de doorzichtigheid afneemt wanneer de troebeling `T` gelijk is aan `10` FTE.

d

Schets de grafiek van de hellingsfunctie `(text(d)D)/(text(d)T)` .

Opgave A2Vrije val
Vrije val

Als een voorwerp van niet al te grote hoogte naar beneden (richting aarde) valt, dan geldt voor de afgelegde weg `s` de formule:

`s(t) = 1/2 g t^2`

Hierin is:

  • `s` de afgelegde weg in m

  • `t` de tijd in seconde

  • `g ~~ 9,8` m/s2 de gravitatieconstante

De luchtweerstand wordt dan buiten beschouwing gelaten.

a

Bereken de snelheid van de steen na precies vijf seconden. Gebruik het differentiequotiënt op `[t, t+h]` .

b

Stel een formule op voor de snelheid waarmee de steen valt.

c

Controleer je antwoord bij a met de formule bij b.

verder | terug