Differentiëren > De product- en de quotiëntregel
123456De product- en de quotiëntregel

Oefenen

Opgave 9

Bepaal de afgeleide.

a

`f(x)=(x^3+6 )(4 x^2-5 x)`

b

`g(x)=(10 -x)*sqrt(x)`

c

`h(x)=3 x (x+5) ^4`

d

`j(x)=x*sqrt(5 + 2x)`

e

`k(x)=x-sqrt(5 + 2x)`

Opgave 10

Bekijk de grafiek van de functie `f(x)=x*sqrt(8 -x^2)` .

a

Bereken exact de nulpunten van `f` .

b

Bereken met behulp van differentiëren het bereik van  `f` .

c

Stel een exacte vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van `f` in het punt `(0, 0)` .

Opgave 11

Differentieer.

a

`f(x)= (x) / (x - 3)`

b

`g(x)=1/ (x^2-4 x+5)`

c

`h(x)= (2 x^3-10 x^2+60 x+120) /x`

d

`j(x)= (2 x) / (x^2-10)`

e

`k(x)=(text(-)4)/ (1 -3 x^2)`

f

`l(x)=200x+400 +2000/x`

Opgave 12

Gegeven is functie: `f(x)=(3x)/(x^2+2)`

a

Bereken exact de extremen van `f` .

b

Stel exact de formule op van de raaklijn aan de grafiek van `f` voor `x=1` .

Opgave 13

De afdeling Verpakking van een bedrijf heeft de opdracht gekregen balkvormige doosjes te maken waarvan de lengte vier keer zo groot is als de breedte. Om elke doos worden twee zijden sierlinten aangebracht zoals je in de tekening ziet. De inhoud van de doosjes moet `1` liter zijn. Het bedrijf wil het verbruik van het sierlint zo klein mogelijk houden.

a

Stel een formule op voor de lengte `L` van het benodigde sierlint als functie van de breedte `x` van de doos.

b

Bereken met behulp van differentiëren bij welke afmetingen van het doosje de lengte van het sierlint zo klein mogelijk is. Geef je antwoord in millimeter nauwkeurig.

verder | terug