Twee dezelfde massa's
`A`
en
`B`
zijn aan identieke veren opgehangen. Voor hun hoogtes geldt:
`H_A(t)=1+2*sin((2pi)/8(t-2))`
`H_B(t)=1+2*sin((2pi)/8(t+1))`
Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk het verschil tussen `H_A(t)` en `H_B(t)` .
Voor welke `t` in `[0, 8]` geldt `H_A > H_B` ? Geef een grafische toelichting.
Voor massa `C` die aan een derde identieke veer trilt geldt dezelfde evenwichtsstand, amplitude en trillingstijd. `H_C` heeft een minimum op `t=3` .
Geef de formule voor `H_C` .
Een watergolf passeert een dobber. De dobber voert daardoor een harmonische trilling uit. De golf heeft een snelheid van `2` m/s en de afstand tussen twee golftoppen is `0,6` m. In de figuur is schematisch een momentopname van een dwarsdoorsnede van de situatie weergegeven.
Bereken de frequentie van de dobber.
Schets de grafiek van
`u(t)`
(het uitwijking-tijd diagram) voor
`1,5`
periode.
Kies voor
`t=0`
het moment dat de golf de dobber bereikt.
Bereken hoeveel trillingen de dobber heeft uitgevoerd (de fase) na `10` seconden.