Goniometrische functies > Harmonische trilling
12345Harmonische trilling

Voorbeeld 1

Gegeven de twee harmonische trillingen `u_1` en `u_2` door `u_1 =2 sin(t)+1` en `u_2 =sin(t-2 )` .
Beide trillingen hebben dezelfde periode, dus `u = u_1 +u_2` is ook een harmonische trilling.

Stel met behulp van de grafiek een formule op voor `u(t)` .

> antwoord

Maak eerst de grafieken van `u_1` , `u_2` en `u` in één figuur in bijvoorbeeld GeoGebra.

Bepaal nu met behulp van GeoGebra de maxima en de minima van de grafiek van `u` .
Je vind maxima bij `x ~~ 2,09 + k*2pi` van `~~2,83` .
Je vind minima bij `x ~~ 5,23 + k*2pi` van `~~text(-)0,83` .

De evenwichtsstand lees je uit de figuur af: `u=1` .
De periode is dezelfde als die van `u_1` en `u_2` , dus `2pi` .

De amplitude is `2,83 - 1 = 1,83` .

Het eerste punt op de evenwichtsstand waarin een complete trilling begint ligt bij `t = 2,09 - 1/4*2pi ~~ 0,52` .
Dit getal bepaalt de horizontale verschuiving.

De formule wordt `u(t) ~~ 1,83sin(t - 0,52) + 1` .

Opgave 4

In Voorbeeld 1 zie je hoe twee harmonische trillingen `u_1` en `u_2` met dezelfde periode worden opgeteld.

a

Breng zelf de grafiek van `u(t)` in beeld op je grafische rekenmachine. Ga na dat hij op een sinusoïde lijkt en bepaal frequentie, amplitude en evenwichtslijn.

b

Bepaal op dezelfde manier de formule van `v(t) = u_1(t) - u_2(t)` als sinusoïde.

Opgave 5

Een puntmassa beweegt onder invloed van twee zuiver harmonische trillingen met dezelfde frequentie.
Bepaal de amplitude van de resulterende harmonische trilling.

a

`y_1(t) = 20 sin((2pi)/5 t)` en `y_2(t) = 10 sin((2pi)/5 (t-1))`

b

`y_1(t) = 20 sin(t)` en `y_2(t) = 10 cos(t)`

verder | terug