Lineaire verbanden > Stelsels vergelijkingen
12345Stelsels vergelijkingen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Eigen antwoord.

b

`x+y=60` en `y=3x` .

De oplossing van het probleem is nu een combinatie van getallen voor `x` en `y` die aan beide vergelijkingen voldoen. In dit geval gaat het om het snijpunt van twee rechte lijnen, want dit zijn twee lineaire verbanden.

Je kunt de oplossing berekenen door `x+y=60` te herleiden tot `y=text(-)x+60` en dan `text(-)x+60=3x` op te lossen. Je vindt `x=15` en dus ook `y=45` .

Je hebt `15` liter NaOH en `45` liter water nodig.

Opgave 1
a

`y =300 - x` en `y = (1110 - 2,5 x)/(4,5)`

Natuurlijk mag je die tweede vergelijking verder herleiden, maar voor een grafiek is dat niet nodig.

b

Los op: `300 - x = 246 2/3 - 5/9 x` .
Dit geeft `2700 - 9x = 2220 - 5x` , dus `4x = 480` en `x = 120` .
Snijpunt: `(120 , 180 )` .

c

Er zaten `120` kinderen in de zaal.

Opgave 2

`x` is het aantal verkochte kinderkaartjes en `y` het aantal verkochte volwassenenkaartjes. Je kunt het volgende stelsel van vergelijkingen opstellen:

`{(x+y = 500), (4x+6,5y = 3300):}`

Opgave 3
a

`y=text(-)2 x+6`

b

`x-3 (text(-)2 x+6 )=text(-)4`

c

`x=2`

d

`x=2` en `y=2` .

e

`x=3y-4` substitueren in de eerste vergelijking:

`2(3y-4)+y=6` , dit geeft `y=2` en `x=2` .

Opgave 4

`x=0,5` en `y=1,5`

Opgave 5
a

`{(x+y, = 300), ({:2,5:} x+{:4,5:} y, = 1110):}`

Vermenigvuldigen van beide zijden met `2,5` levert:

`{ ({:2,5:} x+{:2,5:} y, = 750), ({:2,5:} x+{:4,5:} y, = 1110):}`

Als je de bovenste vergelijking van de onderste aftrek krijg je `2y=360` en dus `y=180` . Dit geeft `x=3-180=120`

b

`{ ({:4,5:}x+{:4,5:}y, = 1350), ({:2,5:} x+{:4,5:}y, = 1110):}`

De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft `2x=240` en dus `x=120` .

`y=300-120=180` .

Oplossing: `x=120` en `y=180` .

c

`{ (5x+5y, = 1500), (text(-)5x-9y, = text(-)2220):}`

De tweede vergelijking bij de eerste optellen geeft `text(-)4y=text(-)720` en dus `y=180` .

`x=300-180=120` .

Oplossing: `x=120` en `y=180` .

Opgave 6
a

`x=2` en `y=2`

b

`x=1,5` en `y=text(-)1`

Opgave 7
a

Omdat de vergelijking `l*b=120` een product van `l` en `b` bevat.

b

Eerst de vergelijkingen herleiden naar: `l=120/b` en `l=23 -b` .

Met de grafische rekenmachine: Y1=120/X en Y2=23-X
Venster bijvoorbeeld: `[0,25]xx[0,25]`
Intersect geeft `x=8` en `y=15 vv x=15` en `y=8`

Je kunt ook GeoGebra of Desmos gebruiken.

Opgave 8
a

Noem de lengte van de rechthoek `l` en de breedte `b` . Je krijgt nu de vergelijkingen: `l*b=110` en `2l+2b=55` . Dit kun je herleiden naar `l=110/b` en `l=27,5 -b` .

Met de grafische rekenmachine: Y1=110/X en Y2=27.5-X
Venster bijvoorbeeld: `[0,30]xx[0,30]`
Intersect geeft `x~~4,9` en `y~~22,6` en/of `x~~22,6` en `y~~4,9`

Je kunt ook GeoGebra of Desmos gebruiken.

Dus het veld is ongeveer `22,6` meter lang en `4,9` meter breed.

b

Noem de lengte van de rechthoek `l` en de breedte `b` . Je krijgt nu de vergelijkingen: `l*b=100` en `2l+2b=50` . De tweede vergelijking kun je herleiden naar `l=25-b` en als je dit substitueert in de eerste krijg je `(25-b)*b=100` . Dit kun je schrijven als `b^2-25b+100=0` en ontbinden in factoren geeft `(b-5)(b-20)=0` en dus `b=5 vv b=20` .

De lengte van het veld is `20` meter en de breedte `5` meter.

Opgave 9
a

Dat lukt niet.

b

Dat hangt af van de manier waarop je dit aanpakt. Je komt waarschijnlijk op een uitdrukking zonder `x` en `y` die niet waar kan zijn.

c

Het zijn vergelijkingen van twee evenwijdige lijnen.

Opgave 10
a

`x=3 3/5` en `y=2 2/5` .

b

`x=1/2` en `y=text(-)2` .

c

`x=4` en `y=1` .

d

`x=text(-)3` en `y=9` of `x=2` en `y=4`

e

`x=4` en `y=21` of `x=10,5` en `y=8` .

f

`x=sqrt(5 )` en `y=2 sqrt(5 )` of `x=text(-) sqrt(5 )` en `y=text(-) 2 sqrt(5 )` .

Opgave 11

Het is een rechthoek van `5` cm bij `40` cm.

Opgave 12
a

`K = 300 + 6 q`

b

`q ≥ 0` en `K ≥ 300` .

c

`R = 8,25 q`

d

Het snijpunt is `(133 1/3; 1100)` . Als de verfhandelaar `133 1/3` liter verkoopt, dan zijn de kosten en opbrengst even hoog.

Opgave 13

Ongeveer `18,25` kilo kaas en ongeveer `36,5` kilo boter.

Opgave 14

De prijs van een thuja is € 7,50 en de prijs van een jeneverbes is € 9,75.

Opgave A1
a

`y=3x` geeft `x+3x=60` en dus `4x=60` en `x=60/4=15` .

Dan is `y=3*15 = 45` .

b

Je krijgt het stelsel: `{(x+y,= 60),(y,= 3x):}` .

Je kunt dit schrijven als: `{(x+y,= 60),(text(-)3x+y,= 0):}` .

Dit geeft `4x=60` zodat `x=15` en `y=45` .

c

Omdat de verhouding NaOH : water gelijk is aan `1 : 3` moet `1/4` deel NaOH zijn en `3/4` deel water. En `1/4` deel van `60` is `15` liter.

Opgave A2
a

Je hebt ongeveer `1,92` liter van de `12` vol% oplossing nodig en ongeveer `3,08` liter van de `25` vol% oplossing.

b

Variabelen invoeren: `x` is aantal liter `12` vol% oplossing en `y` is aantal liter `25` vol% oplossing.

Dan moet `x+y=5` en `0,12x + 0,25y = 0,20*5 = 1` .

Je krijgt het stelsel: `{(x+y,= 5),({:0,12:}x+{:0,25:}y,= 1):}` .

Je kunt dit schrijven als: `{(25x+25y,= 125),(12x+25y,= 100):}` .

Dit geeft `13x=25` zodat `x=25/13~~1,92` en `y~~3,08` .

Je hebt ongeveer `1,92` liter van de `12` vol% oplossing nodig en ongeveer `3,08` liter van de `25` vol% oplossing.

Opgave T1
a

`k=65` en `v= 45` .

b

`a=3 3/5` en `b= text(-)1/5` .

c

`x=3 1/13` en `y= 1 2/13` .

d

`p~~2,01` en `q~~198,99` of `p~~397,99` en `q~~1,01` .

Opgave T2

Er zaten `22` mensen op het balkon en `60` in de zaal.

verder | terug