In de uitleg.
Luchtweerstand en draaiing van de bal zijn van invloed op de baan.
`0,5` | `=` | `a(0-10)^2+1,5` | |
`text(-)1` | `=` | `100a` | |
`a` | `=` | `text(-)0,01` |
`text(-)0,01(x-10) ^2+1,5 = 0` geeft `(x - 10)^2 = 150` , dus `x=10 - sqrt(150 ) vv x=10 + sqrt(150 )` .
Omdat `10 +sqrt(150 ) ~~22,25 lt 24` is de bal in.
De top van de parabool is nu
`(12 ; 3,5 )`
en de parabool gaat ook door het punt
`(2; 0,5 )`
.
De algemene formule is
`h(x) = a(x - 12)^2 + 3,5`
,
`(2; 0,5 )`
invullen:
`0,5 = a(2 - 12)^2 + 3,5`
geeft
`100a = text(-)3`
en
`a = text(-)0,03`
.
De formule wordt `h(x) = text(-)0,03(x - 12)^2 + 3,5` .
`text(-)0,03(x - 12)^2 + 3,5 = 0` geeft `(x - 12)^2 = 116 2/3` en dus `x = 12 +- sqrt(116 2/3)` .
`12 + sqrt(116 2/3) ~~ 22,8` m, dus de bal is weer ruim binnen de lijnen.
De snijpunten met de `x` -as liggen op `x=text(-)2` en `x=4` , dus de top ligt op `x=1` . Dus `f(x)=a(x-1)^2+q` .
`(0 , 2 )` invullen geeft `a+q=2` .
`(4 , 0 )` invullen geeft `9 a+q=0` .
Uit deze twee vergelijkingen volgt `8 a=text(-)2` en dus `a=text(-)0,25` . En `q=2,25` . Het gevraagde voorschrift is `f(x)=text(-)0,25 (x-1 )^2+2,25` .
Omdat de punten
`(4, 3)`
en
`(6, 3)`
op gelijke hoogte liggen, ligt de top ligt op
`x = 5`
.
Dus de bijbehorende formule is
`y = a(x-5)^2+q`
.
`(0 , 2 )` invullen geeft `25a+q=2` .
`(4 , 3 )` invullen geeft `a+q=3` .
Uit deze twee vergelijkingen volgt
`24a=text(-)1`
en dus
`a=text(-)1/24 ~~ text(-)0,04`
.
En
`q=3 1/24 ~~ 3,04`
. De gevraagde formule is
`y ~~ text(-)0,04 (x-5)^2 + 3,04`
.
Ga na, dat je hetzelfde krijgt als in het voorbeeld.
Doen, zie het voorbeeld.
Je vindt niet precies de juiste parabool.
Het rekenwerk wordt veel ingewikkelder. (Maar het kan in principe wel!)
`f(0) = text(-)1 5/9` en `f(7) = 0` .
`x_(text(top)) = text(-)37/9 // text(-)10/9 = 3,7` en het maximum (bergparabool) is `f(3,7) = 6,05` .
Het gevraagde bereik is `[text(-)1 5/9; 6,05]` .
Oefen tot je dit goed begrijpt.
Begin met `y = ax^2 + bx + c` als algemene formule.
punt `(0, 1)` geeft: `1 = c`
punt `(10, 3)` geeft: `3 = 100a + 10b + c`
punt `(25, 0)` geeft: `0 = 625a + 25b + c`
De onderste twee vergelijkingen worden
`3 = 100a + 10b + 1`
en
`0 = 625a + 25b + 1`
.
Vermenigvuldig de eerste links en rechts met
`5`
en de tweede links en rechts met
`2`
.
Je vindt
`15 = 500a + 50b + 5`
en
`0 = 1250a + 50b + 2`
.
Trek ze van elkaar af:
`750a - 3 = text(-)15`
en dus
`a = text(-) 12/750 = text(-)0,016`
.
Hierbij hoort
`b = 0,36`
en
`c = 1`
.
De gevraagde vergelijking wordt `y = text(-)0,016x^2 + 0,36x + 1` .
De top ligt op
`x = text(-) (0,36)/(2*text(-)0,016) = 11,25`
.
De coördinaten zijn
`(11,25; 3,025)`
.
`f(x) = 0,5(x - 2)^2 - 5`
`0,5(x - 2)^2 - 5 = 0`
geeft
`x = 2 +- sqrt(10)`
.
Dus vind je
`(5,16; 0)`
en
`(text(-)1,16; 0)`
.
Het minimum is de functiewaarde
`f(2) = text(-)5`
.
Het bereik is dus
`[text(-)5, rarr rangle`
.
`f(x)=0,5(x-2) ^2-3`
Een bergparabool.
Ga uit van `f(x)=a(x-p)^2+q` . Omdat de symmetrieas `x=2` is, kun je dit direct invullen: `y=a(x-2)^2+q` .
`(1,9)` invullen: `9=a(1-2)^2+q` levert op: `9=a+q` geeft uitdrukking I
`(5,5)` invullen: `5=a(5-2)^2+q` levert op `5=9a+q` geeft uitdrukking II
Dus op basis van uitdrukking I vind je `q=9-a` en dit vul je in uitdrukking II in:
`5=9a+9-a` en dus `text(-)4=8a` levert `a=text(-)1/2` en `q=9 1/2` .
Het functievoorschrift wordt dan: `f(x)=text(-)1/2(x-2)^2+9 1/2 `
Top `(5 , 4 )` geeft: `h(x)=a (x-5 ) ^2+4` .
De grafiek gaat door het punt `(0 ; 2,5 )` : `h(0)=2,5` , dus `25 a+4 =2,5` en hieruit volgt `a=text(-)0,06` .
`h(x)=text(-)0,06 (x-5 ) ^2+4`
Los op: `h(x)=3,05` .
`text(-)0,06 (x-5 ) ^2+4 = 3,05` geeft `(x-5)^2 = 15,833...` en dus `x = 5 +- sqrt(15,833...)` .
`5 + sqrt(15,833...) ~~ 8,98` .
De speler staat ongeveer `8,98` meter voor de basket.
Domein:
`text(D)_h = [0; 8,98]`
.
Bereik:
`text(D)_h = [2,5; 4]`
.
`c=3`
Ga uit van `f(x)=ax^2+bx+3` en vul in:
`Q(2, 7)` : `7=a*2^2+b*2+3` ofwel `4a+2b+3=7`
`R(4, 12)` : `12=a*4^2+b*4+3` ofwel `16a+4b+3=12`
Los nu dit stelsel van vergelijkingen op met behulp van substitutie:
Uit de eerste vergelijking volgt: `2b=text(-)4a+4` en dus `4b=text(-)8a+8` en vul dit in de tweede vergelijking in: `16a+text(-8)a+8+3=12` en dit herleid je tot `8a+11=12` en dus `8a=1` en `a=1/8` . Bereken dan `b` terug via `4b=text(-)8*1/8+8` en dus `b=7/4` .
Je vindt dus `f(x)=1/8 x^2 + 7/4 x + 3`
`p=text(-3)1/8`
Begin met `y = f(x) = ax^2 + bx + c` en vul de gegevens in.
punt `(0, 0)` geeft: `0 = c`
punt `(30, 15)` geeft: `15 = 900a + 30b + c`
punt `(40, 5)` geeft: `5 = 1600a + 40b + c`
Hieruit volgt `c = 0` , `a = text(-) 3/80` en `b = 13/8 = 1 5/8` .
Dus `f(x) = text(-)3/80 x^2 + 1 5/8 x`
`text(-)3/80 x^2 + 1 5/8 x = 0`
geeft
`x = 43 1/3`
.
Dus in
`(43 1/3, 0)`
.
De maximale hoogte van de kogel is `f(21 2/3) = 845/48 = 17 29/48` .
`text(D)_f = [0, 43 1/3]`
.
`text(B)_f = [0, 17 29/48]`
.
`y(0) = 0` .
Nu is: `y(x) = 1,5 + 0,34920... * x - 0,0000545... * x^2 = 0` .
Deze vergelijking kun je met de abc-formule oplossen.
Je vindt: `x ~~ text(-)40,4 vv x = 681,0` .
Dus na `681` m.
`f(x)=0,15(x-15 )^2 - 3,75` .
`y = text(-)0,25 x^2 + 1,5 x + 4`
`g(3) = 6,25`
`(text(-)2, 0)` en `(8, 0)` .
`text(B)_g = [0; 6,25]`