Exponenten en machten > Machtsfuncties
12345Machtsfuncties

Toepassen

Opgave A1Populatiedichtheid
Populatiedichtheid

Biologen vermoeden dat de relatie tussen de populatiedichtheid `P` (aantal dieren/km2) en het lichaamsgewicht `m` (in kg) bij in het wild levende zoogdieren wordt beschreven door: `P = b*m^a` .
Hierin zijn `a` en `b` nog te bepalen constanten.

a

Bekend is dat wilde katten bij een lichaamsgewicht van ongeveer `10` kg een populatiedichtheid van ongeveer `20` dieren/km2 hebben. Een bepaald soort wilde runderen heeft bij een lichaamsgewicht van ongeveer `1000` kg een populatiedichtheid van `0,5` dieren/km2.
Bereken `a` (geheel getal) en `b` (één decimaal).

b

Een bepaald soort herten heeft een lichaamsgewicht van `300` kg.
Welke populatiedichtheid past daar bij?

Opgave A2Zwavelzuur maken
Zwavelzuur maken

Je kunt door mengen met water zwavelzuur maken met elke gewenste dichtheid (concentratie).

Enkele gegevens zijn:

  • De dichtheid van water is `1` kg/dm3.

  • De dichtheid van zwavelzuur is `1,8` kg/dm3.

Je mengt `100` dm3 water met `x` dm3 zwavelzuur.

a

Stel een formule op voor de dichtheid `y` van het mengsel.

b

Laat zien dat de formule die je hebt gevonden kan worden geschreven als `y=1,8-80/(100+x)` . Schrijf daarmee de formule als machtsfunctie.

c

Geef de horizontale asymptoot van deze functie.
Leg uit, waarom de dichtheid nooit boven de waarde van de asymptoot uit kan komen.

verder | terug