Logaritmen > Vergelijkingen en ongelijkheden
12345Vergelijkingen en ongelijkheden

Toepassen

Opgave A1Geluidsisolatie
Geluidsisolatie

Om in de ontwerpfase van een gebouw de vereiste muurdikte te kunnen bepalen, wordt de volgende formule voor geluidsisolatie gebruikt:

`R=20*log((pi*f*m)/(rho*c))-5`     (Massawet)

Hierin is:

  • `R` de geluidsisolatie in dB

  • `f` de frequentie van het geluid in Hz

  • `m` de massa van de constructie in kg/m2

  • `rho` de dichtheid van de lucht: `1,3` kg/m3

  • `c` de voortplantingssnelheid van geluid in lucht: `340`  m/s

a

Bereken de geluidsisolatie `R` voor een wand van `400`  kg/m2 als `f=125`  Hz.

b

In bijgaande grafiek is `R` uitgezet als functie van de frequentie voor een wand van `400` kg/m2. Toon met een berekening aan dat `R` met `6` dB toeneemt bij een verdubbeling van de frequentie.

c

Een wand van `400` kg/m2 staat tussen twee ruimten. Een gesprek in de ene ruimte heeft een geluidssterkte van `50` dB. Heeft men in de andere ruimte last van dit gesprek? Motiveer je antwoord.

d

Een betonnen wand met een soortelijke massa `rho=2400` kg/m3 moet bij `500`  Hz een geluidsisolatie van `60`  dB hebben. Hoe dik moet deze wand volgens de massawet zijn?

Opgave A2Signaalversterking
Signaalversterking

In de elektrotechniek spreekt men over vermogensversterking en/of spanningsversterking, wanneer signalen worden versterkt om ze beter hoorbaar/zichtbaar te maken. Voor vermogen gebruikt men het symbool `P` (in Watt) en voor spanning wordt het symbool `U` (in Volt) gebruikt.
Een vermogensversterking `X` wordt uitgedrukt in dB (decibel) volgens:

`X=10*log((P_u)/(P_i))`

Hierin is:

  • `P_u` het vermogen aan de uitgang (dat vrijkomt)

  • `P_i` het vermogen aan de ingang (dat versterkt moet worden)

a

Laat zien dat bij `P_i=10^(text(-)3)` Watt en `P_u=20` Watt er een vermogensversterking is van `43` dB.

b

Bereken `P_u` bij een versterking van `46`  dB en `P_i=10^(text(-)3)`  Watt.

Ook de spanningsversterking bij een versterker wordt uitgedrukt in dB. Er geldt dat `P_u` evenredig is met `U_u^2` en `P_i` met `U_i^2` .

c

Leidt uit `X=10*log((P_u)/(P_i))` de formule `X=20*log((U_u)/(U_i))` af.

d

Bereken `U_u` als voor de ingangsspanning geldt `U_i=1` Volt en voor de spanningsversterking `X=text(-)20` dB. Wat is de betekenis van een negatieve spanningsversterking?

verder | terug