Functie `f` met voorschrift `f(x)` heeft een sinusvormige grafiek met een minimum in het punt `(20 ,300 )` en een eerstvolgend maximum in het punt `(32 ,400 )` .
Maak een schets van deze grafiek met `x` van `0` tot `60` .
Stel een passend functievoorschrift op.
Bereken `f(50 )` , `f(51 )` en `f(52 )` .
Los exact op: `f(x)=325` .
Stel bij deze sinusoïde twee passende functievoorschriften op.