Een bijzondere parallelprojectie is de isometrische projectie.
Je ziet hier een balk
`ABCD.EFGH`
met ribben
`AB = 4`
,
`BC = 5`
en
`AE = 3`
cm, getekend in GeoGebra met een isometrisch rooster. Omdat zo'n rooster uit gelijkzijdige
driehoeken bestaat is er van een verkortingsfactor geen sprake.
Wel zijn er twee wijkhoeken.
Hierboven zie je een isometrische projectie van een balk.
Waarom is hier ook sprake van parallelprojectie?
Welke twee wijkhoeken worden er gebruikt?
Hoe zit het met de rechte hoeken van de balk?
Hebben de lichaamsdiagonalen van de balk hun ware lengte behouden?
Teken nu een isometrische projectie van de volgende figuren.
Maak eventueel gebruik van het isometrisch rooster van GeoGebra.
Een kubus `ABCD.EFGH` waarvan alle zijden cm zijn.
Een piramide `T.ABCD` waarvan het grondvlak zijden van cm heeft en de hoogte `AT = 6` cm.