Meetkunde in 3D > Hoeken en afstanden
12345Hoeken en afstanden

Toepassen

Als je in een ruimte de kortste afstand tussen twee punten (maar wel via vloer, wand of plafond) wilt weten, dan maak je een uitslag en verbind je de punten door een rechte lijn.
Voorbeeld (zie figuur): bereken de kortste afstand (via de wand) van `B` naar `S` .

Opgave A1

De oppervlakte van een kegel kun je berekenen door een uitslag van de kegel te maken. Zo'n uitslag is een cirkelsector.
In de tekening zie je een doorsnede en een ruimtelijke voorstelling van een kegel.

a

Maak een uitslag van de kegel en bereken de oppervlakte van de kegelmantel.

b

Een mier gaat via de kortste weg naar de andere kant van de kegel. Bereken de lengte van die kortste weg.

c

De mier gaat nu via de kortste weg van een punt `A` op een cilinder naar een punt `B` op de cilinder, precies aan de andere kant. Punt `B` ligt wel `2` cm lager dan punt `A` op de cilindermantel.

Bereken de lengte van de kortste weg van `A` naar `B` .

Opgave A2

Op deze wenteltrap maak je precies één rondgang als je naar boven gaat. De leuning zit op `1,30` m van de as van de wenteltrap. Het hoogteverschil tussen de verdiepingen bedraagt `2,80` m.

a

Bereken de lengte van de leuning.

b

Leg uit hoe je het aantal meter schroefdraad op een schroef kunt berekenen. Werk een voorbeeld uit.

verder | terug