Meetkunde in 3D > Hoeken en afstanden
12345Hoeken en afstanden

Verkennen

Opgave V1
a

Bereken de oppervlakte van bijgaande regelmatige zeshoek. De straal van de cirkel is `1` .

Van een regelmatige achthoek is bij elk hoekpunt een zijde verlengd. Daardoor ontstaan acht gelijke hoeken (aangegeven met *).

b

Waarom zijn de met * aangegeven hoeken samen `360^@` ?

c

Toon aan dat de hoeken van een regelmatige achthoek gelijk zijn aan: `180^@-(360/8)^@` .

d

Toon aan dat de hoeken van een regelmatige `n` -hoek gelijk zijn aan: `180^@-(360/n)^@` .

e

Onderzoek bij welke `n` de oppervlakte van een regelmatige `n` -hoek minder dan `1` % afwijkt van de oppervlakte van zijn omgeschreven cirkel.

verder | terug