Plaats en beweging > Vectoren
123456Vectoren

Testen

Opgave T1

Gegeven zijn de vectoren `veca = ((text(-)4),(2))` en `vecb = ((2),(5))` .

a

Bereken de lengte van beide vectoren in twee decimalen nauwkeurig.

b

Bereken de richtingshoek van beide vectoren in graden nauwkeurig.

c

Bereken de kentallen van de vectoren `veca + vecb` en `0,5veca - vecb` .

d

Bereken de kentallen van de vector `vecc` zo, dat `veca + vecb + vecc = ((0),(0))` .

Opgave T2

Gegeven zijn de punten `P(0 , 12 )` en `Q(8, 2 )` .

a

Bereken `|vec(PQ) |` en de hoek die `vec(PQ)` met de positieve `x` -as maakt, zo nodig in één decimaal.

b

`vec(OR)` is even lang als `vec(PQ)` maar heeft een richtingshoek van `120^@` met de positieve `x` -as. Bepaal de coördinaten van `R` .

verder | terug