Plaats en beweging > Hoeken en inproduct
123456Hoeken en inproduct

Toepassen

Opgave A1Bootje in een sloot
Bootje in een sloot

Een bootje wordt door een jongen en een twee keer zo sterke man aan touwen die beide aan dezelfde plek op de boeg van de boot zijn bevestigd door het midden van een sloot getrokken. De jongen en de man lopen ieder aan een andere kant van de sloot. De boot blijft in het midden van de sloot varen. De man trekt met een kracht van `10` N en onder een hoek van `20^@` met de vaarrichting.

a

Construeer in een bovenaanzicht de vectoren die de twee trekkrachten voorstellen.

b

Bereken de richtingshoek van de kracht die de jongen uitoefent in graden nauwkeurig.

De arbeid die door een kracht wordt verricht is het inproduct van deze kracht (de krachtvector) en de afgelegde afstand (de afstandsvector). Het is daarom ook het product van de component van die kracht in de bewegingsrichting en de afgelegde afstand.

c

Welke arbeid verrichten beiden samen als ze het bootje `1` km voort trekken?

d

Verrichten ze beiden evenveel arbeid?

Opgave A2Gegeven hoek tussen twee vectoren
Gegeven hoek tussen twee vectoren

Voor welke exacte waarde(n) van `a` is de hoek tussen de vectoren `((6),(8))` en `((a),(3))` gelijk aan `45^@` ?

verder | terug